Rechtspraak
Rechtbank Zeeland-West-Brabant (Locatie Breda), 27 december 2023
ECLI:NL:RBZWB:2023:9279
Feiten
De Stichting Pensioenfonds Metaal en Techniek, de Stichting Fonds voor het Motorvoertuigenbedrijf en het Tweewielersbedrijf en de Stichting Private Aanvulling WW en WGA Metaal en Techniek (hierna: de fondsen) vorderen een verklaring voor recht dat zij recht hebben op (door hen in rekening gebrachte) boetebedragen, incassokosten en proceskosten en dat zij die mogen verrekenen met het aan Central Scooters B.V. te betalen bedrag. Zij voeren aan dat Central Scooters in de loop van de procedure de vordering volledig heeft betaald. Daarnaast is tijdens de procedure gebleken dat Central Scooters vanaf 1 januari 2021 niet meer verplicht is deel te nemen aan de fondsen wegens een wijziging van de soort werkzaamheden die Central Scooters verricht. Dit zal ertoe leiden dat de fondsen een bedrag terugbetalen aan Central Scooters. De inmiddels gemaakte kosten en verschuldigde boetes zijn echter terecht gemaakt of in rekening gebracht, nu op het moment dat de boetes verschuldigd werden en de kosten werden gemaakt de fondsen er terecht vanuit gingen dat Central Scooters nog verplicht deelnam aan de fondsen. Het ligt immers op de weg van Central Scooters om wijzigingen in haar bedrijfsvoering direct aan de fondsen te melden en zij heeft dit nagelaten, aldus de fondsen.
Oordeel
De kantonrechter overweegt dat tussen partijen vaststaat dat uit de bij de voorheen toepasselijke cao reglementen en het bij het bedrijfstakpensioenfonds behorende uitvoeringsreglement volgt dat het op de weg van Central Scooters lag onverwijld mededeling te doen van wijzigingen in haar bedrijfsvoering. Central Scooters stelt dat zij dit heeft gedaan, maar heeft die stelling, die gemotiveerd wordt betwist door de fondsen, niet onderbouwd. De kantonrechter kan, gelet op het voorgaande, niet vaststellen dat de fondsen voor eind juni 2023 ervan op de hoogte waren dat de bedrijfsvoering van Central Scooters was veranderd. Dit leidt ertoe dat niet kan worden vastgesteld dat de fondsen eerder dan eind juni 2023 hadden moeten onderzoeken of Central Scooters deel diende te nemen aan de fondsen. Voor zover er al een onderzoekplicht bestaat voor de fondsen, waarvoor geldt dat Central Scooters daarvan geen grondslag heeft genoemd, hadden zij dus niet eerder kunnen weten dat er mogelijk ten onrechte premies en afdrachten werden gevorderd van Central Scooters. Tot aan het moment dat de fondsen ervan op de hoogte waren dat de bedrijfsvoering van Central Scooters was veranderd, is er dus terecht aanspraak gemaakt op premies en afdrachten en zijn er terecht kosten gemaakt en boetes in rekening gebracht. Naar het oordeel van de kantonrechter komt dit voor rekening en risico van Central Scooters. De verklaring voor recht wordt toegewezen.