Feiten

Stichting De Zorgcirkel (hierna: De Zorgcirkel) is een organisatie die zich bezighoudt met dienstverlening op het gebied van wonen en zorg, voornamelijk aan ouderen. Werkneemster is sinds 29 januari 2018 in dienst bij De Zorgcirkel in de functie van leerling-verzorgende IG. Met ingang van 27 september 2021 is zij werkzaam als verzorgende IG met een salaris van € 1.879,28 bruto per maand. Zij verricht haar werk op de locatie waar cliënten met dementie in kleine groepen in een huiselijke omgeving wonen. Op 22 oktober 2022 heeft een medewerker van De Zorgcirkel in een gang van de locatie een portemonnee gevonden van een van de bewoners (hierna: de bewoner). In deze portemonnee zat in ieder geval € 85 aan briefgeld, een ING bankpas (hierna: de bankpas), een rijbewijs en een handgeschreven briefje met daarop de bijbehorende pincode van de bankpas. De portemonnee is uit veiligheidsoverwegingen in een zogenoemde ‘opiatenkluis’ gelegd. Op 28 oktober 2022 is de portemonnee met daarin € 20 aan briefgeld teruggegeven aan de (familie van de) bewoner. Het restant van het briefgeld en de pinpas zijn in een envelop teruggeplaatst in de kluis. De dochter van de bewoner heeft aan De Zorgcirkel medegedeeld dat er vanaf 31 oktober tot en met 4 november 2022 verschillende pintransacties en betalingen hebben plaatsgevonden met de pas van de bewoner en dat die transacties niet zijn gedaan door (de familie van) de bewoner. Later is gebleken dat het gaat om betalingen van meer dan € 3.600. Vervolgens is met de bankpas ook nog een betaling bij een tankstation gedaan. Zowel de familie als De Zorgcirkel heeft aangifte van diefstal gedaan. Werkneemster is op non-actief gesteld. Uit het proces-verbaal van 25 april 2023 blijkt dat uit onderzoek is gebleken dat werkneemster de betaling bij het tankstation heeft verricht. Op 27 april 2023 meldt werkneemster zich ziek. De Zorgcirkel verzoekt ontbinding van de arbeidsovereenkomst op grond van een tekortkoming in de nakoming (art. 7:686 BW) dan wel de e-, g- en i-grond. Verder verzoekt De Zorgcirkel veroordeling van werkneemster tot terugbetaling van € 18.891,67 aan (netto)loon, € 3.683,91 aan schadevergoeding en € 5.227,79 aan (onderzoeks)kosten. Werkneemster, die inmiddels onder bewind is gesteld, verzoekt afwijzing omdat zij van mening is dat de feiten niet vaststaan en aantoonbaar onjuist zijn.

Oordeel

Naar het oordeel van de kantonrechter is er een redelijke grond voor de ontbinding, te weten verwijtbaar handelen of nalaten van werkneemster. Zij heeft op de zitting, daarnaar gevraagd door de kantonrechter en met voorafgaande ‘cautie’, verklaard dat zij de vrouw is die te zien is op eerdergenoemde screenshots, die zijn gemaakt op 1 november 2022 bij het tankstation. De kantonrechter neemt gelet daarop als vaststaand aan dat werkneemster ook degene is geweest die met de bankpas van de bewoner een betaling heeft gedaan. Uit de stukken en het onderzoek door de politie blijkt immers duidelijk dat die screenshots zijn gekoppeld aan een pinbetaling met de bankpas van de bewoner. Daarmee staat ook vast dat zij onrechtmatig de beschikking heeft gehad over de pinpas van de bewoner en daarmee onrechtmatig een betaling heeft gedaan. Het is evident dat het onrechtmatig gebruik door werkneemster van een bankpas van een bewoner als ernstig verwijtbaar handelen van werkneemster kwalificeert, waardoor zij ook geen aanspraak kan maken op de transitievergoeding. Zij heeft immers als zorgmedewerkster misbruik gemaakt van een bankpas van een kwetsbare en demente bewoner, terwijl zij nu juist als taak heeft om zorg te dragen voor zo’n bewoner. Het verzoek van De Zorgcirkel om werkneemster te veroordelen tot betaling van € 3.683,91 aan schadevergoeding wordt toegewezen als ook een deel van de onderzoekskosten. Het verzoek om werkneemster te veroordelen tot terugbetaling van loon over de periode van november 2022 tot en met september 2023 wordt afgewezen, omdat haar onder meer is medegedeeld dat zij gedurende een schorsing of op non-actiefstelling het recht op loondoorbetaling behoudt conform de toepasselijke cao. Een beroep van De Zorgcirkel op artikel 7:686 BW slaagt niet.