Rechtspraak
Rechtbank Rotterdam (Locatie Rotterdam), 9 februari 2024
ECLI:NL:RBROT:2024:930
Feiten
Werknemer is op 30 augustus 2021 in dienst getreden bij TotaalVERS B.V. op basis van een arbeidsovereenkomst voor de bepaalde duur van zeven maanden. Voordat werknemer in dienst was getreden bij TotaalVERS stond hij al onder bewind, van – thans – Budget Solutions B.V. Op 29 september 2023 heeft TotaalVERS bij brief laten weten dat de arbeidsovereenkomst van rechtswege eindigt en dat de laatste werkdag van werknemer op 30 september 2023 valt . Daarbij geeft TotaalVERS in deze brief aan dat deze aanzegging te laat komt en dat het niet naleven van de aanzegverplichting vergoed zal worden met de eindafrekening van het salaris. Bij e-mail van 14 november heeft de gemachtigde van TotaalVERS drie opeenvolgende arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd aan de gemachtigde van Budget gestuurd, waarbij de laatste is afgelopen op 30 september 2023. Budget verzoekt het door TotaalVERS aan werknemer gegeven ontslag nietig te verklaren of te vernietigen. TotaalVERS is het niet eens met de verzoeken en vindt dat ze moeten worden afgewezen.
Oordeel
Het primaire verzoek tot het nietig verklaren of vernietiging van het ontslag en de nevenvorderingen tot wedertewerkstelling en loonbetaling worden afgewezen. Tussen TotaalVERS en werknemer is namelijk geen arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd tot stand gekomen, die niet rechtsgeldig zou zijn beëindigd, zoals Budget Solutions stelt. De laatste arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd tussen TotaalVERS en werknemer is van rechtswege geëindigd en daarmee rechtsgeldig tot een einde gekomen op 30 september 2023.
Betrokkenheid bewindvoerder
De kantonrechter volgt Budget Solutions niet in haar standpunt dat de schriftelijke verlengingen van de arbeidsovereenkomst niet als rechtsgeldig beschouwd kunnen worden, omdat de bewindvoerder niet bij die verlengingen betrokken is geweest. Voor een algemene regel op basis waarvan een bewindvoerder altijd betrokken moet worden bij het aangaan of voortzetten van een arbeidsovereenkomst is geen wettelijke grondslag aanwezig. Een arbeidsovereenkomst is op zich immers geen goed in de zin van artikel 3:1 BW dat onder het bewind valt . De bewindvoerder zal wel betrokken moeten worden bij een voortzetting van de arbeidsovereenkomst, als de werknemer die onder bewind gesteld is daarbij afstand zou doen van bepaalde uit de arbeidsovereenkomst voortvloeiende rechten, die beogen de werknemer materieel voordeel te verschaffen, maar daar is in deze zaak geen sprake van.