Rechtspraak
Rechtbank Gelderland (Locatie Nijmegen), 21 december 2023
ECLI:NL:RBGEL:2023:7234
Feiten
Werknemer is op 14 september 2020 in dienst getreden van de Dienst Justitiële Inrichtingen (hierna: DJI) bij de PI Arnhem in de functie van complexbeveiliger tegen laatstelijk een brutomaandsalaris van € 2.902,24 exclusief emolumenten. DJI kent een gedragscode waarin staat dat slechts bij uitzondering op de door DJI voorgeschreven wijze gebruik mag worden gemaakt van geweld(smiddelen) en groot belang wordt gehecht aan betrouwbaarheid en openheid. Op 26 mei 2023 vinden twee incidenten plaats tussen werknemer en een gedetineerde jongere, A. Werknemer wordt in verband met het tweede incident geschorst met behoud van loon. In verband met het vermoeden van ernstig verwijtbaar handelen door werknemer, schakelt DJI Bureau Integriteit in om onderzoek te doen. Tegenover DJI heeft werknemer op 26 mei 2023 verklaard dat hij A niet zou hebben geslagen. Op 5 oktober 2023 heeft een gesprek plaatsgevonden tussen werknemer en Bureau Integriteit. Daarin heeft werknemer verklaard dat hij A wel heeft geslagen. Na hoor en wederhoor is werknemer op 9 oktober 2023 op staande voet ontslagen. Werknemer verzoekt financiële vergoedingen.
Oordeel
De kantonrechter oordeelt als volgt. Uit de ontslagbrief volgt dat aan het ontslag ten grondslag ligt dat (i) werknemer eenzijdig en niet functioneel geweld jegens een jongere heeft gebruikt en escalerend heeft gehandeld terwijl hij de-escalerend had moeten handelen en (ii) dat werknemer over zijn handelen heeft gelogen en informatie heeft achtergehouden die voor DJI relevant was. Vaststaat dat werknemer A heeft geslagen terwijl A op dat moment geen fysiek geweld tegen werknemer gebruikte. Los van het discussiepunt of was afgesproken dat werknemer uit de buurt van A zou blijven, is het zijn eigen keus geweest om weer naar de kamer van A te gaan en hem op een provocerende wijze te vragen wat hij zei, vervolgens om dichterbij te komen alsook om hem te slaan. Hoewel voorstelbaar is dat de gebeurtenissen van eerder die dag van invloed zijn geweest op het handelen van werknemer, weegt de kantonrechter zwaar mee dat werknemer verdere confrontatie had kunnen voorkomen. Hij heeft meerdere kansen gehad om de-escalerend te handelen, maar heeft dat niet gedaan. Aan de professionaliteit en integriteit van een ambtenaar worden daarnaast hogere eisen gesteld dan aan een ‘gewoon’ goed werknemer. Of werknemer alle relevante cursussen heeft gevolgd en aanwijzingen heeft gekregen acht de kantonrechter in de gegeven omstandigheden minder van belang. Werknemer heeft in strijd met de integriteitseisen, de gedragscode en de geweldsinstructie gehandeld door eenzijdig geweld te gebruiken. Ook staat vast dat werknemer heeft gelogen over wat er die dag is gebeurd en dat hij pas op 5 oktober 2023 de waarheid heeft verteld. De combinatie van het escalerend handelen, het gebruiken van eenzijdig geweld en het liegen daarover, in het licht van de eisen die aan een ambtenaar worden gesteld, maken dat sprake is van een dringende reden. Ook is het ontslag onverwijld gegeven. De tijd tussen het incident en het ontslag (4.5 mnd.) valt namelijk te verklaren door de verklaring van werknemer die eerst op 5 oktober 2023 onjuist is gebleken en de onduidelijkheid over zijn strafrechtelijke vervolging. Het ontslag op staande voet is rechtsgeldig gegeven. Werknemer heeft geen recht op een transitievergoeding en is een gefixeerde schadevergoeding aan DJI verschuldigd.