Naar boven ↑

Rechtspraak

werkneemster/I-SEC Nederland B.V.
Rechtbank Noord-Holland (Locatie Haarlem), 13 februari 2024
ECLI:NL:RBNHO:2024:1444
Loonstop en ontslag op staande voet onterecht gegeven. Toekenning transitievergoeding, billijke vergoeding (inclusief immateriƫle schadevergoeding), gefixeerde schadevergoeding en achterstallig loon.

Feiten

Werkneemster is sinds 14 mei 2012 in dienst bij I-SEC Nederland B.V. (hierna: I-SEC) in de functie van beveiligingsmedewerkster voor 24 uur per week met een salaris van € 2.077 bruto per vier weken. Op de arbeidsovereenkomst is de cao particuliere beveiliging van toepassing. Van augustus 2017 tot augustus 2019 is werkneemster arbeidsongeschikt geweest. Op 2 augustus 2021 heeft werkneemster zich ziek gemeld, waarna zij tot begin maart 2022 volledig arbeidsongeschikt was. In mei 2022 heeft zij een medische ingreep ondergaan. In deze zaak gaat het over de vraag of een door de werkgever opgelegde loonstop wegens het niet-meewerken aan tweede spoor-re-integratieverplichtingen en het vervolgens verleende ontslag op staande voet rechtsgeldig zijn. Op 25 mei en 3 augustus 2023 heeft de bedrijfsarts teruggekoppeld dat, vanwege blijvende twijfel over duurzaamheid van het herstel en omdat de duurzaamheidstoets nog steeds niet is volbracht, het advies blijft om te kijken naar functies waarbij werkneemster meer in regelmaat kan werken, waarbij ook een tweedespoortraject wordt geduid. Medio september 2023 bericht I-SEC werkneemster dat zij de kansen op ander werk traineert en dat zij om die reden wordt geschorst en dat haar salaris wordt stopgezet. Werkneemster wordt uitgenodigd voor een gesprek, waaraan zij geen gevolg geeft. I-SEC ontslaat werkneemster op 19 september 2023. Werkneemster heeft zich per 15 september 2023 ziekgemeld bij het UWV. Op 21 november 2023 heeft het UWV I-SEC (omdat zij eigenrisicodrager is) verzocht de ziekmelding in behandeling te nemen. Werkneemster vraagt een deskundigenoordeel bij het UWV. Het oordeel luidt dat werkneemster volledig geschikt wordt geacht voor haar eigen functie. In oktober 2023 blijkt dat werkneemster is gezien door de crisisdienst wegens suïcidale klachten door stress wegens het ontslag en een langdurige financiële problematiek door onder andere de toeslagenaffaire. Werkneemster verzoekt een verklaring voor recht dat de loonstop onrechtmatig is en de gedane opzegging niet rechtsgeldig is. Zij verzoekt onder meer achterstallig salaris en diverse vergoedingen. Volgens I-SEC is op goede gronden tot een loonstop en het ontslag op staande voet overgegaan.

Oordeel

De kantonrechter is van oordeel dat de loonstop niet rechtmatig is. De loonstop is gebaseerd op de aanname dat werkneemster wettelijk verplicht was mee te werken aan het tweedespoortraject en in dat kader verplicht was in lijn met het aanbod van een tweedespoorwerkgever aldaar in dienst te treden. Deze aanname is echter onjuist, omdat werkneemster op het moment van de loonstop niet ziek was in de zin van de wet. Uit het dossier blijkt dat werkneemster sinds haar werkhervatting op 10 maart 2023, althans sinds 13 april 2023, steeds zonder problemen haar volledige uren en diensten heeft gewerkt. Er was geen sprake van arbeidsongeschiktheid in de zin van de wet, zoals ook het UWV heeft bevestigd. Dat I-SEC en de bedrijfsarts vanwege het verzuimverleden van werkneemster twijfelden aan haar duurzame inzetbaarheid, is vanuit de positie van de werkgever wellicht te begrijpen. Dat leidt echter niet tot het oordeel dat toch sprake was van ziekte. Aangezien werkneemster niet arbeidsongeschikt was, golden voor haar ook geen re-integratieverplichtingen, uit hoofde waarvan zij moest meewerken aan het tweedespoortraject en het aanbod om elders in dienst te treden moest accepteren. De dringende redenen die I-SEC aan het ontslag op staande voet ten grondslag heeft gelegd zijn dat werkneemster (i) nadat zij akkoord was gegaan met de arbeidsvoorwaarden van de tweedespoorwerkgever niets meer van zich heeft laten horen en (ii) ondanks sommaties niet naar de afspraak op 19 september 2023 is gekomen. De kantonrechter oordeelt dat deze ontslagredenen niet kwalificeren als een dringende reden voor ontslag op staande voet. Er wordt een gefixeerde schadevergoeding, een transitievergoeding, een billijke vergoeding en een immateriële schadevergoeding toegekend.