Naar boven ↑

Rechtspraak

werkneemster/werkgever
Rechtbank Zeeland-West-Brabant (Locatie Middelburg), 22 februari 2024
ECLI:NL:RBZWB:2024:1116
Werkneemster vordert in kort geding wedertewerkstelling zodat ze kan re-integreren. Werkgever weigert omdat sprake is van een arbeidsconflict. Vordering wordt afgewezen. Beide partijen zijn schuldig aan arbeidsconflict. Terugkeer op werkvloer nu niet mogelijk.

Feiten

Werkneemster is al ruim 35 jaar voor werkgever werkzaam op basis van een arbeidsovereenkomst voor 30 uur per week. Haar werkzaamheden bestaan uit personeelszaken, marketing, inkoop en verkoop. Werkneemster is op 3 januari 2023 arbeidsongeschikt geworden. Op 23 juni 2023 vermeldt de bedrijfsarts in zijn rapportage dat werkneemster belastbaar is voor passende of aangepaste taken van het eigen werk. Daarnaast vermeldt de bedrijfsarts dat er sinds kort werkgerelateerde knelpunten zijn, die een gezonde en duurzame terugkeer op lange termijn belemmeren. De bedrijfsarts adviseert een interventie. Op 9 november 2023 verzoekt de (voormalige) gemachtigde van werkneemster aan werkgever te starten met de re-integratie. Bij brief van 22 december 2023 reageert de gemachtigde van werkgever hierop, waarin de gemachtigde stelt dat de (arbeids)verhouding tussen partijen ernstig is verstoord. De verzochte re-integratie in spoor 1 kan om die reden niet plaatsvinden. Werkneemster vordert wedertewerkstelling in haar eigen functie in het kader van re-integratie. Werkneemster betwist het bestaan van een arbeidsconflict en een verstoorde arbeidsverhouding tussen partijen, zodat haar ten onrechte toegang tot het bedrijf wordt geweigerd.

Oordeel

De kantonrechter oordeelt als volgt. Werkgever is verplicht de re-integratie van werkneemster te bevorderen. Dit volgt uit artikel 7:658a lid 1 BW. Uit de stukken, en ook op de mondelinge behandeling, is gebleken dat redelijk overleg tussen partijen op dit moment niet mogelijk is. Het conflict dat hieraan ten grondslag ligt, draait om de nieuwe partner van een van de vennoten van werkgever. Het conflict is dermate hoog opgelopen dat communicatie zonder escalatie niet mogelijk is. Tussen partijen gemaakte werkafspraken en mediation hebben niet gezorgd voor een oplossing. Het staat dan ook vast dat partijen in een arbeidsconflict verkeren. Zowel werkgever als werkneemster heeft door verschillende gedragingen over en weer bijgedragen aan escalatie en beiden hebben dan ook allebei schuld aan het arbeidsconflict. Onder deze omstandigheden is er nu onvoldoende basis voor een succesvolle re-integratie in het eerste spoor, want toelating van werkneemster tot het werk zal op dit moment tot ongewenste en onwerkbare situaties leiden. Daarbij weegt mee dat de werkplek klein is, evenals het aantal personen dat daar werkt. Partijen moeten zich inspannen om op korte termijn de verhoudingen te verbeteren, zodat re-integratie in het eerste spoor mogelijk wordt, maar ook de mogelijkheden van het tweede spoor moeten worden verkend. De vordering van werkneemster wordt afgewezen.