Naar boven ↑

Rechtspraak

werkneemster/New Zeeland B.V. c.s.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant (Locatie Middelburg), 26 januari 2024
ECLI:NL:RBZWB:2024:1262
Voormalig statutair bestuurder dient in persoon verzoekschrift in met verzoek de arbeidsovereenkomst te ontbinden. Kantonrechter oordeelt dat rechtbank absoluut bevoegd is het verzoekschrift in behandeling te nemen.

Feiten

Werkneemster is sinds 19 januari 2004 in dienst van werkgeefster en heeft laatstelijk werkzaamheden verricht als statutair bestuurder. Op 24 november 2022 is zij ontslagen als statutair bestuurder. Werkneemster verzoekt de kantonrechter de arbeidsovereenkomst te ontbinden, onder toekenning van vergoedingen.

Oordeel

De kantonrechter oordeelt als volgt. De kantonrechter is in beginsel op grond van artikel 93 aanhef en sub c Rv bevoegd kennis te nemen van onderhavige geschil. In artikel 2:241 BW is echter bepaald dat de rechtbank, binnen welker rechtsgebied de vennootschap haar woonplaats heeft, kennis neemt van alle rechtsvorderingen betreffende de overeenkomst tussen de vennootschap en de bestuurder, waarvan het bedrag onbepaald is of € 25.000 te boven gaat. Dezelfde rechtbank neemt kennis van verzoeken als bedoeld in artikel 7:671b en artikel 7:671c BW betreffende de in de eerste zin genoemde overeenkomst. De zaken bedoeld in de eerste en tweede volzin, worden niet behandeld en beslist door de kantonrechter. Uit het arrest van de Hoge Raad van 8 oktober 1993, NJ 1994/211 (De Waard/Mooij Verf BV) over de toepassing van artikel 2:241 BW kan worden afgeleid dat voor het antwoord op de bevoegdheidsvraag bepalend is of de verzoekende partij heeft gesteld dat hij bestuurder was. In deze procedure heeft werkneemster inderdaad gesteld dat zij bestuurder is geweest. Uit het arrest van de Hoge Raad van 17 november 1995, NJ 1996/142 (Atlantic Nominee) volgt dat, na het ontslag van een statutair bestuurder, de rechtbank eveneens bevoegd is van het ontbindingsverzoek kennis te nemen. Samengevat is de kantonrechter van oordeel dat de rechtbank bevoegd is van het geschil kennis te nemen. De kantonrechter is om die reden voornemens de procedure te verwijzen naar de rechtbank (Cluster 2 Team Handelsrecht). De kantonrechter stelt partijen eerst in de gelegenheid zich uit te laten over de bevoegdheidskwestie. Iedere verdere beslissing wordt aangehouden.