Rechtspraak
Rechtbank Limburg (Locatie Maastricht), 28 februari 2024
ECLI:NL:RBLIM:2024:960
Feiten
Werknemer is vanaf 15 april 2021 tot begin 2023 in dienst van Beluga Loves You B.V. (hierna: Beluga) geweest in de functie van chef-kok. Beluga heeft aan werknemer in april 2022 een leaseauto ter beschikking gesteld primair bestemd voor zakelijk gebruik, maar hij mocht deze ook voor privédoeleinden gebruiken. Partijen hebben op 4 oktober 2022 een vaststellingsovereenkomst gesloten waarbij is afgesproken dat werknemer tot 1 februari 2023 zijn werk zou verrichten en vanaf die datum zijn resterende verlof zou opnemen. Ook is afgesproken dat Beluga de leaseauto terugneemt, tenzij de nieuwe werkgever de leaseauto wil overnemen. Bij inname van de auto door Beluga wordt schade voor een bedrag van € 849,66 geconstateerd. Werknemer ontkent de schade en maakt aanspraak op een bedrag van € 555 aan fooi.
Oordeel
Werknemer stelt dat Beluga in haar reconventionele vordering niet-ontvankelijk moet worden verklaard. De kantonrechter is van oordeel dat Beluga heeft voldaan aan de eis in artikel 137 Rv. Dat het petitum zowel de eis in conventie als die in reconventie omvat, doet er niet aan af dat Beluga de eis in reconventie bij het antwoord heeft ingesteld. Er is naar het oordeel van de kantonrechter ook geen sprake van niet-naleving van de substantiëringsplicht ex artikel 21 Rv. Uit WhatsAppberichten leidt de kantonrechter af dat Beluga erkent dat werknemer in principe nog recht heeft op € 555 aan fooi, maar dat zij zich beroept op verrekening van deze vordering met de gestelde kosten voor herstel van de schade aan de leaseauto. Gelet op deze erkenning is het nadien ingenomen standpunt van Beluga, namelijk dat de vordering tot betaling van fooi geen deel uit maakt van de arbeidsovereenkomst en cao, niet relevant. Bovendien heeft Beluga haar standpunt niet gemotiveerd. De kantonrechter ziet dan ook geen aanleiding in te gaan op het rechtskarakter van de vordering tot betaling van fooi, anders dan de vaststelling dat werknemer in beginsel recht heeft op uitbetaling van het bedrag dat Beluga kennelijk onder zich houdt, tenzij Beluga terecht een beroep doet op verrekening. Afhankelijk van de vraag of dit beroep terecht is of niet, zal de vordering tot betaling van fooi en de daarmee samenhangende vorderingen worden toe- of afgewezen. Indien de vordering in reconventie wordt afgewezen, betekent dit een toewijzing van de vordering in conventie. De kantonrechter overweegt dat het aan Beluga is om aan te tonen dat werknemer schade heeft veroorzaakt aan de leaseauto. Naar het oordeel van de kantonrechter heeft Beluga haar bewijsaanbod onvoldoende geconcretiseerd. De kantonrechter wijst de vordering tot betaling van de fooi toe nu het beroep op verrekening met de gestelde schade niet slaagt.