Rechtspraak
Rechtbank Noord-Holland (Locatie Zaanstad), 12 maart 2024
ECLI:NL:RBNHO:2024:2414
Feiten
Deze zaak gaat over een geschil tussen voetbalclub F.C. Volendam en twee van haar werknemers: de directeur opleiding en de technisch directeur (hierna gezamenlijk: werknemers). Werknemers vormen de dagelijkse leiding van de organisatie van F.C. Volendam, naast de hoofdtrainer en de technisch manager betaald voetbal. In de loop van 2023 is er in toenemende mate een verschil van inzicht ontstaan tussen de raad van bestuur en de raad van commissarissen. Dit verschil van inzicht ging onder andere over de financiële situatie van F.C. Volendam, de informatievoorziening van de raad van bestuur richting de raad van commissarissen en de hervorming van de (directie)structuur van F.C. Volendam. Op 30 november 2023 heeft de raad van commissarissen besloten tot ontslag van alle leden van de raad van bestuur. Op 1 december 2023 rond 10:00 uur heeft de voorzitter van de raad van commissarissen een persconferentie gegeven. In die persconferentie is de reden voor het ontslag van de raad van bestuur toegelicht en is opgemerkt dat dit ontslag geen gevolgen heeft voor onder meer werknemers; zij kunnen blijven. Op 1 december 2023 rond 17:00 uur hebben onder meer werknemers via verschillende media een schriftelijke verklaring landelijk bekend gemaakt. In de verklaring tonen werknemers en nog zes anderen zich solidair met het ontslagen bestuur en geven zij aan: ‘Wij gaan stoppen bij FC Volendam.’ F.C. Volendam verzoekt onder meer een verklaring voor recht dat werknemers de arbeidsovereenkomst met onmiddellijke ingang hebben opgezegd. Voor zover nodig wordt voorwaardelijk een verzoek gedaan de arbeidsovereenkomst met werknemers te ontbinden vanwege verwijtbaar handelen dan wel een verstoorde arbeidsverhouding, zonder toekenning van de transitievergoeding. Voor het geval de arbeidsovereenkomst wordt ontbonden, verzoeken werknemers onder meer toekenning van de transitievergoeding en een billijke vergoeding.
Oordeel
De kantonrechter oordeelt als volgt.
Opzegging arbeidsovereenkomst
De kantonrechter oordeelt dat geen sprake is van een opzegging. De schriftelijke verklaring van 1 december 2023 is niet duidelijk en niet ondubbelzinnig, waar het gaat om de opzegging van de arbeidsovereenkomst. Werknemers zeggen in die verklaring weliswaar dat zij ‘gaan stoppen bij FC Volendam’, maar daaruit volgt nog niet dat zij de arbeidsovereenkomst met onmiddellijke ingang opzeggen. Die bewoordingen laten immers in het midden wanneer zij gaan stoppen en op welke termijn. Ook schrijven werknemers dat zij ‘de normale procedure van overdracht’ zullen respecteren, wat bevestigt dat zij geen directe opzegging hebben beoogd. Verder is van belang dat de schriftelijke verklaring van 1 december 2023 niet is gericht aan F.C. Volendam, maar aan de media en het algemene publiek. Een opzegging van een arbeidsovereenkomst door een werknemer moet in beginsel, om werking te hebben, zijn gericht aan de werkgever. Dat is hier niet het geval. Verder is duidelijk dat de verklaring een reactie is op het ontslag van de raad van bestuur en op de persconferentie, en dat die verklaring in hoge mate is ingegeven door de opgelopen spanningen binnen F.C. Volendam. Gelet daarop is de verklaring vooral ook aan te merken als een uiting van de emoties daarover bij – onder meer – werknemers en niet zozeer als een op rechtsgevolg gerichte wil om de arbeidsovereenkomst op te zeggen. Voorts hebben werknemers ook al kort na de schriftelijke verklaring van 1 december 2023 laten blijken dat daarmee geen opzegging is beoogd. De hiervoor genoemde omstandigheden brengen ook mee dat F.C. Volendam in ieder geval had moeten onderzoeken of werknemers daadwerkelijk wilden opzeggen. Afwijzing van de verzochte verklaring voor recht volgt.
Ontbinding arbeidsovereenkomst (g-grond)
Partijen zijn het erover eens dat sprake is van een duurzame en onherstelbare verstoring van de arbeidsverhouding. Herplaatsing van werknemers is gelet op de verstoorde arbeidsverhouding en de aard van hun functie niet mogelijk. De arbeidsovereenkomst van werknemers wordt ontbonden.
Vergoedingen
De kantonrechter is van oordeel dat beide partijen een aandeel hebben gehad in het ontstaan van de verstoring van de arbeidsverhouding die tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst heeft geleid. De raad van commissarissen heeft op verschillende momenten in 2023 uitlatingen gedaan die de arbeidsrelatie fors onder druk hebben gezet. Daar staat tegenover dat werknemers (samen met de andere ondertekenaars van de verklaring) bij herhaling een gebrek aan vertrouwen in de raad van commissarissen hebben uitgesproken en hebben gedreigd collectief op te stappen als hun wensen niet zouden worden ingewilligd. Werknemers komt dan ook geen billijke vergoeding toe. Wel hebben zij recht op de transitievergoeding.
Loondoorbetaling en bonussen
Tot slot wordt F.C. Volendam veroordeeld tot betaling van het gebruikelijke en bedongen salaris van werknemers vanaf 1 december 2023 tot 1 mei 2024 (datum ontbinding), alsmede van contractuele bonussen ter hoogte van € 87.500 voor beide werknemers.