Feiten

Werknemer is op 1 april 2005 bij (de rechtsvoorganger van) Lineage NL 3 TRS B.V. (hierna: Lineage) in dienst getreden. Lineage houdt zich bezig met laad-, los- en opslagactiviteiten voor onder meer visproducten. Werknemer is werkzaam als terminalmedewerker. In die functie hield hij zich kort gezegd bezig met laad- en loswerkzaamheden, voornamelijk per vorkheftruck. Naar aanleiding van door Lineage geconstateerde onverklaarbare voorraadverschillen, is bij Lineage de verdenking ontstaan dat haar medewerkers hier iets mee te maken hadden. Hierom is zij de camerabeelden intensiever gaan bekijken. Op beelden van 4 december 2023 is te zien dat – samengevat – werknemer met medewerking van een collega vijf pallets nog vóór aanvang van de normale werktijden uit de koelcel heeft gehaald en heeft klaargezet voor belading, waarna werknemer de pallets in een witte vrachtwagen zonder bestickering heeft geladen. Lineage heeft in het ordersysteem geen bestelling of order(bon) voor de vijf pallets gevonden. Op 5 december 2023 heeft een gesprek met werknemer plaatsgevonden. Hij is na afloop van het gesprek op non-actief gesteld. Op 6 december 2023 heeft Lineage werknemer op staande voet ontslagen vanwege – kort samengevat – het zich schuldig maken aan (het medeplegen van) diefstal/verduistering. Werknemer verzoekt toekenning van een gefixeerde schadevergoeding, de transitievergoeding en een billijke vergoeding. Ook verzoekt hij veroordeling van Lineage tot betaling van € 1235,01 netto wegens ten onrechte ingehouden loon.

Oordeel

De kantonrechter is allereerst van oordeel dat het ontslag onverwijld is gegeven en de dringende reden(en) ook onverwijld is/zijn medegedeeld. Ook de dringende reden is komen vast te staan. Gelet op de feiten en omstandigheden oordeelt de kantonrechter dat het voldoende aannemelijk is geworden dat werknemer zonder bestelling voorraad van Lineage heeft uitgeleverd en dat door de omstandigheden waaronder deze voorraad is uitgeleverd en de wisselende en tegenstrijdige verklaringen die werknemer hierover heeft afgelegd, werknemer terecht de verdenking van medeplegen/medeplichtigheid aan diefstal/verduistering in dienstbetrekking of het faciliteren daarvan op zich heeft geladen. Daardoor heeft werknemer de verplichtingen uit de arbeidsovereenkomst grovelijk veronachtzaamd en is hij het vertrouwen van Lineage onwaardig geworden. Als niet door werknemer betwist staat vast dat hij vijf pallets uit de koelcel heeft gehaald en heeft klaargezet voor belading, waarna hij de pallets in de vrachtwagen heeft geladen. Vaststaat dat in deze procedure geen voorraadbon of opdracht voor deze pallets is overgelegd. Werknemer heeft ook wisselend over de beweerdelijke opdracht verklaard. Lineage heeft voorts voldoende aangetoond dat de levering van de pallets niet volgens het gebruikelijke proces is verlopen. Werknemer heeft nog aangevoerd dat hij vanuit ‘zijn’ loods helemaal niet heeft kunnen zien wat voor vrachtwagen de betreffende pallets kwam halen (wat op zichzelf juist is) en dat ook hij de chauffeur niet kende. De kantonrechter vindt het juist in dat geval niet begrijpelijk dat werknemer de pallets, die een aanzienlijke waarde vertegenwoordigden, zomaar heeft meegegeven aan een hem onbekende chauffeur. Daarbij komt dat de transactie op 4 december 2023 heeft plaatsgevonden in alle vroegte terwijl nog geen andere werknemers van Lineage aanwezig waren, waardoor werknemer, zijn collega en de chauffeur ongestoord hun gang konden gaan. Tot slot roept de wijze waarop de chauffeur de onderneming van Lineage heeft benaderd (niet via het dockstation) en verlaten – op een drafje en met gedoofde lichten – en zijn verklaring minst genomen vraagtekens op. Het ontslag op staande voet is rechtsgeldig gegeven. Werknemer heeft geen recht op een billijke vergoeding en een gefixeerde schadevergoeding. Hij heeft evenmin recht op de transitievergoeding, nu zijn handelen als ernstig verwijtbaar moet worden aangemerkt. Lineage wordt wel veroordeeld een bedrag van € 1235,01 netto aan ingehouden loon te betalen. Haar beroep op verrekening met een haar mogelijk toekomende schadevergoeding wordt verworpen, nu die schadevergoedingsvordering nog niet vaststaat en dus nog niet opeisbaar is.