Rechtspraak
Rechtbank Rotterdam (Locatie Rotterdam), 16 april 2024
ECLI:NL:RBROT:2024:3537
Feiten
De heer X is in 2014 in dienst getreden bij Stainalloy Nederland B.V. (hierna: Stainalloy), een dochtervennootschap van Capitol Steel Technologies B.V. (hierna: CST). X werkte aanvankelijk een aantal jaren als commercial director; later is hij een andere functie gaan vervullen. Vanaf 2021 is X werkzaam bij Stainalloy op basis van een managementovereenkomst, gesloten tussen CST en Witsand Caf B.V. (hierna: Witsand), de persoonlijke vennootschap van X. De managementovereenkomst bevat een concurrentiebeding. CST heeft de managementovereenkomst opgezegd tegen 1 januari 2024. Witsand/X wenst in opdracht van de Buhlmann Group werkzaamheden te gaan verrichten. CST maakt daartegen bezwaar, gegrond op het in de managementovereenkomst opgenomen concurrentiebeding. Het geschil draait om de vraag of de inzet van X bij (de feitelijke) opdrachtgever Buhlmann NL, een overtreding oplevert van het concurrentiebeding van de managementovereenkomst.
Oordeel
De voorzieningenrechter oordeelt als volgt.
Reikwijdte concurrentiebeding
Witsand stelt zich primair op het standpunt dat het verrichten van werkzaamheden voor Buhlmann NL niet valt onder de reikwijdte van het concurrentiebeding, omdat Buhlmann NL noch de Buhlmann Group concurrenten zijn van CST of Stainalloy. De voorzieningenrechter is echter voorshands van oordeel dat voldoende aannemelijk is dat de Buhlmann Group (veelal) dezelfde producten verhandelt en op dezelfde markt actief is als Stainalloy. Zij leveren dezelfde staalproducten aan dezelfde industrieën. Ook is sprake van overlap in het assortiment van beide partijen. De Buhlmann Group is dan ook aan te merken als concurrent. Aldus valt het verrichten van werkzaamheden voor Buhlmann NL onder de reikwijdte van het concurrentiebeding.
Schorsing concurrentiebeding
Witsand meent subsidiair dat het in stand houden van het concurrentiebeding naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is (artikel 6:248 lid 2 BW). Zij betoogt onder meer dat de te verrichten werkzaamheden voor Buhlmann NL geen dreiging vormen voor het bedrijfsdebiet van CST en Stainalloy en dat de persoonlijke omstandigheden van X een schorsing rechtvaardigen. De voorzieningenrechter volgt Witsand niet in dit betoog. Ten aanzien van de eerste grond wijst CST er terecht op dat X kennis heeft van de wijze waarop de prijzen van Stainalloy zijn samengesteld en berekend, van contactgegevens van leveranciers en klanten en van strategische gegevens over Stainalloy. Daarbij weegt mee dat X sinds 2014 werkzaam is bij Stainalloy en hij jarenlang de functie van commercieel directeur beoefende. Een concurrentiebeding is juist bedoeld om de dreiging dat dergelijke kennis van bedrijfsgevoelige aard in handen komt van een concurrent, af te weren. De voorgenomen functie sluit niet uit dat X kennis over Stainalloy kan delen met de Buhlmann Group. Daarnaast stelt Witsand dat het de bedoeling is dat X bij Buhlmann NL aan de slag gaat met het doel om binnen afzienbare termijn de managing director aldaar op te volgen, hetgeen een strategische en/of commerciële rol betreft. De door Witsand aangedragen maar zeer beperkt geconcretiseerde en niet onderbouwde persoonlijke omstandigheden van X, leiden niet tot een ander oordeel. Het concurrentiebeding blijft in stand. Afwijzing van de vorderingen volgt.