Naar boven ↑

Rechtspraak

werknemer/Infinitascare B.V.
Rechtbank Rotterdam (Locatie Rotterdam), 3 augustus 2023
ECLI:NL:RBROT:2023:13050
Toewijzing loonvordering in kort geding. Rechtsgeldigheid van afspraak over verrekening van minuren dient in bodemprocedure te worden beoordeeld.

Feiten

Werknemer is op 1 augustus 2022 bij Infinitascare B.V. (hierna: werkgever) in dienst getreden als waakdienst. Op 11 april 2023 hebben partijen een aanvullende overeenkomst gesloten voor verlenging van de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd. In die overeenkomst is afgesproken dat 120 minuren worden verrekend met de salarissen over april, mei en juni 2023. De arbeidsovereenkomst eindigt van rechtswege op 30 september 2023. Werknemer ontvangt een salaris van € 3.139,17 bruto per maand, exclusief 8% vakantiegeld. Sinds februari 2023 heeft werkgever niet tijdig en volledig het loon betaald en vakantiegeld en eindejaarsuitkering onbetaald gelaten. Werknemer heeft zich in april 2023 ziekgemeld. Op 18 juli 2023 werd hij opgeroepen om bij de bedrijfsarts te verschijnen, maar hij is daar niet verschenen. Werknemer stelt dat hij op dat moment met goedgekeurd verlof was. Werkgever schortte het loon van werknemer daarop op. Werknemer vordert in kort geding onder meer betaling van (achterstallig) loon, vakantietoeslag en eindejaarsuitkering. Hij stelt onder meer dat de loonopschorting per 18 juli 2023 ten onrechte heeft plaatsgevonden en dat de afspraak in de overeenkomst van 11 april 2023 over de verrekening van minuren nietig is, vanwege strijd met (de strekking van) artikel 6:2 van de toepasselijke cao.

Oordeel

De kantonrechter oordeelt als volgt. De spoedeisendheid van de loonvordering is gegeven vanwege de aard van de vordering. Werkgever heeft niet betwist dat er vanaf februari 2023 te weinig loon is betaald en dat feestdagen- en vakantiegeld onbetaald zijn gelaten, maar stelt dat sprake is van financiële moeilijkheden. Dat werkgever in financiële problemen verkeert, staat niet in de weg aan toewijzing van de loonvordering. De loonvordering wordt toegewezen, met uitzondering van het loon dat betrekking heeft op de gemaakte afspraak over de minuren. Betreffende die minuren oordeelt de kantonrechter immers dat de rechtsgeldigheid van de overeenkomst van 11 april 2023, waarin is afgesproken dat 120 minuren werden verrekend, moet worden beoordeeld in een nog te voeren bodemprocedure, nu de vraag of die afspraak rechtsgeldig is zich niet eenvoudig laat beantwoorden. Bovendien zal in een bodemprocedure de vraag aan de orde komen of de gemaakte afspraak gekwalificeerd moet worden als vaststellingsovereenkomst en, zo ja, welke consequenties dat heeft. Gezien de onzekere uitkomst van de bodemprocedure heeft werknemer onvoldoende spoedeisend belang om hierop vooruit te lopen. Daarom worden de minuren in mindering gebracht op de toegewezen loonvordering. Wat betreft de loonopschorting vanaf 18 juli 2023, oordeelt de kantonrechter dat werknemer voldoende heeft aangetoond dat zijn verlofaanvraag was goedgekeurd. Werkgever heeft dit onvoldoende gemotiveerd betwist. Daarom kan het niet verschijnen bij de bedrijfsarts niet aan werknemer worden tegengeworpen en wordt de loonopschorting ongeldig geacht. De vordering tot betaling van achterstallig loon wordt toegewezen, met uitzondering van de minuren. Ook de eindejaarsuitkering en vakantietoeslag worden toegewezen. De wettelijke verhoging wordt beperkt tot 15% wegens de financiële moeilijkheden van werkgever.