Rechtspraak
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden (Locatie Leeuwarden), 27 mei 2024
ECLI:NL:GHARL:2024:3554
Feiten
Werkneemster was sinds 1 augustus 1994 in dienst bij RENN4. Tussen werkneemster en (haar (voormalig) leidinggevenden bij) RENN4 hebben zich verschillende rechtspositionele discussies voorgedaan. Op 27 april 2022 heeft werkneemster aan het college van bestuur (CvB) een e-mail gestuurd waarin zij aangeeft pestgedrag van X te ervaren en hem als reden noemt waarom zij steeds het juridische traject zoekt. Op 12 mei 2022 heeft een gesprek plaatsgevonden tussen het CvB en werkneemster. Het CvB heeft werkneemster laten weten dat zij haar gedrag en haar manier van communiceren in de afgelopen periode als onacceptabel beschouwt en dat zij een verdere constructieve samenwerking (voor dat moment) onmogelijk acht. Vanaf 12 mei 2022 is werkneemster door RENN4 vrijgesteld van werk met behoud van loon. Op 1 juni 2022 heeft een tweede gesprek plaatsgevonden tussen werkneemster en het CvB. Daarbij is ter sprake gekomen dat het CvB gedurende de afwezigheid van werkneemster signalen van collega’s ontving dat ook hun onderlinge werkrelatie onder druk stond. Er is een mediationtraject gestart dat zonder resultaat is beëindigd. RENN4 heeft werkneemster laten weten dat zij niet haar werkzaamheden kon hervatten. Werkneemster heeft vervolgens ontkend dat sprake is van problemen in de samenwerking en per 19 september 2022 haar werk vanuit huis zal hervatten. Op 19 september 2022 heeft werkneemster aan verschillende (regio)directeuren gemaild dat zij weer aan het werk gaat. Op 5 oktober 2022 vond een gesprek plaats tussen partijen, waarbij werkneemster de optie is geboden van het doorlopen van een verbetertraject. Werkneemster heeft dit na een lange discussie van de hand gewezen. RENN4 heeft ontbinding van de arbeidsovereenkomst verzocht. De kantonrechter heeft de arbeidsovereenkomst ontbonden op de e-grond. Werkneemster is in hoger beroep gegaan.
Oordeel
De kantonrechter heeft geoordeeld dat de wijze waarop werkneemster zich gedurende lange tijd heeft gedragen in combinatie met haar aanhoudende weigering om mee te werken aan enig verbetertraject als verwijtbaar in de zin van de e-grond is aan te merken. Het hof volgt het oordeel van de kantonrechter hierin. Met de kantonrechter oordeelt het hof dat het RENN4 als werkgever vrij staat om door hem ervaren problemen op enig moment te benoemen en vanaf dat moment een verandering in de opstelling van werkneemster te verlangen. Anders dan werkneemster betoogt, was daar in elk geval vanaf 12 mei 2022 ook reden toe. Er is geen rechtvaardiging voor haar in e-mailcorrespondentie gebezigde toonzetting en kwalificaties. Vanaf 12 mei 2022 mocht van werkneemster dus worden verwacht dat zij haar opstelling en wijze van communicatie zou aanpassen en alle mogelijke medewerking zou verlenen aan een traject ter verbetering van de onderlinge samenwerking en het herwinnen van vertrouwen. Met de kantonrechter stelt het hof vast dat werkneemster echter in haar ongewenste opstelling en gedrag heeft volhard en onvoldoende medewerking heeft verleend aan enig traject ter verbetering daarvan. Ook het hof acht dit verwijtbaar. Wat voor werkneemster niet duidelijk was wat de verbeterpunten waren en hoe het verbetertraject eruit zou zien, volgt het hof evenmin. RENN4 heeft in de brief van 13 mei 2022 uitgebreid en met verwijzing naar eerdere gebeurtenissen uiteengezet op welke momenten en op welke onderdelen het gedrag van werkneemster tot samenwerkingsproblemen heeft gezorgd. Partijen hebben hierover ook met elkaar gesproken, waarna een mediationtraject is gestart dat zonder resultaat is beëindigd. Het daarna voorgestelde coachingstraject heeft werkneemster geweigerd omdat volgens haar geen sprake was van problemen in de samenwerking met collega’s. Vervolgens kon van werkneemster worden verwacht dat zij zou meewerken aan een verbetertraject. RENN4 heeft met de uitgebreide brief van 19 oktober 2022 ook voldaan aan het verzoek van werkneemster om dit traject SMART te formuleren. Daarmee waren alle vragen van werkneemster beantwoord, concrete voorbeelden van gedrag dat tot problemen leidde verstrekt en duidelijkheid gegeven over de inhoud van het verbetertraject. RENN4 kon zich in redelijkheid op het standpunt stellen dat in dit stadium medewerking aan het door haar voorgestelde traject van werkneemster kon worden verlangd en dat nadere uitwerking tijdens het traject zou plaatsvinden. Dat werkneemster ook aan het verbetertraject zonder valide reden geen gevolg wenste te geven, getuigt van een volhardende non-coöperatieve en niet-constructieve opstelling. Het handelen en nalaten van werkneemster is ook zodanig dat van RENN4 in redelijkheid niet gevergd kon worden de arbeidsovereenkomst te laten voortduren, mede gezien het feit dat werkneemster ondanks genoemde waarschuwingen en aanwijzingen haar houding en gedrag niet heeft aangepast en/of geen medewerking heeft verleend aan enig verbetertraject.