Naar boven ↑

Rechtspraak

werknemer/Econocom Nederland B.V.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden (Locatie Arnhem), 18 juni 2024
ECLI:NL:GHARL:2024:4119
Werkgeefster is ten aanzien van de laatste drie posten niet geslaagd in het bewijs dat werknemer zich ten koste van haar heeft verrijkt zodat deze posten in mindering worden gebracht op de te betalen schadevergoeding.

Feiten

Werknemer is op 1 oktober 2003 in dienst getreden van Econocom Nederland B.V. (hierna: Econocom). JBG is een klant van Econocom en in verband met aan haar door Econocom verstrekte leningen wenste zij op enig moment dat haar directie door een consultant zou worden ondersteund. X, een vriend van werknemer, werd vervolgens als consultant aangesteld door middel van een consultancyovereenkomst met zijn persoonlijke holding Talent House B.V. Onderdeel van de afspraken was dat X zijn werkzaamheden aan Econocom zou declareren. Talent House B.V. heeft over de periode 2015 tot begin 2020 € 2.260.890,94 aan Econocom gefactureerd en daarvan € 2.177.317,45 van Econocom ontvangen. Oorspronkelijk was de vergoeding voor de werkzaamheden van X vastgesteld op € 1.200 ex btw, maar later op € 2.200 ex btw. Werknemer had ook een eigen bv, te weten C4Horses B.V. Econocom verwijt werknemer dat hij heeft bewerkstelligd dat Talent House haar facturen aan Econocom fors heeft opgehoogd zodat zij veel te veel heeft betaald voor de werkzaamheden van X. Met de door Econocom betaalde bedragen heeft werknemer zich vervolgens verrijkt door een viertal transacties met werknemer/C4Horses en X/Talent House aan te gaan. Werknemer is op 20 maart 2020 op staande voet ontslagen. In eerste aanleg is werknemer veroordeeld tot betaling van € 427.633,91 aan schadevergoeding aan Econocom. Werknemer is tegen dit vonnis in hoger beroep gekomen. In het tussenarrest heeft het hof aan Econocom opgedragen te bewijzen dat werknemer zich ten koste van Econocom heeft verrijkt door middel van (i) een lening voor huis van Priemis in Portugal in 2018, (ii) de transacties inzake de privékluis en (iii) de Samsung-tv.

Oordeel

Het hof oordeelt als volgt. Voor verwijt (i) heeft Econocom een kortgedingvonnis gewezen tussen Econocom en Talent House in het geding gebracht. Daarin is Talent House veroordeeld om aan Econocom allerlei afschriften te verstrekken. Nu Talent House dit weigert, moet het wel zo zijn dat werknemer Econocom heeft benadeeld. Die redenering wil het hof gestaafd zien met bewijs, maar het hof overweegt dat Econocom daarin niet is geslaagd. De stukken waarnaar wordt verwezen zijn al beoordeeld en hebben geleid tot de bewijsopdracht. Het vonnis dat is gewezen in een andere rechtsverhouding doet daar niet aan af. Voor verwijt (ii) heeft Econocom e-mailwisseling overgelegd. Ook hier oordeelt het hof dat Econocom niet is geslaagd in het bewijs. De ingebrachte documenten zien niet op de transacties rondom de kluis. Dat NEG en werknemer heel close waren, is voor het hof wel duidelijk, maar dat brengt niet zonder meer met zich dat werknemer zich ten koste van Econocom heeft verrijkt en dus schade heeft ondervonden. Voor verwijt (iii) heeft Econocom ook e-mails in het geding gebracht. Het hof overweegt dat geen van de in het geding gebrachte documenten zien op de Samsung-tv die uiteindelijk is aangekocht. In zoverre dragen deze stukken dus niet bij aan het bewijs van zelfverrijking. Ook hier is Econocom niet geslaagd in het bewijs. Aan Econocom kunnen de voormelde drie posten dus niet worden toegewezen. Omdat de overige bezwaren van werknemer tegen het eindvonnis in het tussenarrest ongegrond zijn geoordeeld, worden voornoemde posten in mindering gebracht op het bedrag dat de rechtbank heeft toegewezen. Werknemer is aan Econocom € 323.013,35 verschuldigd.