Rechtspraak
Rechtbank Rotterdam (Locatie Rotterdam), 21 mei 2024
ECLI:NL:RBROT:2024:5778
Feiten
De kantonrechter heeft op 29 februari 2024 van werknemer een verzoekschrift ontvangen waarin hij onder meer aangeeft dat hij aanspraak maakt op een transitievergoeding, aanzegvergoeding en diverse nevenverzoeken. Op de mondelinge behandeling van 8 mei 2024 is werknemer verschenen. Van de kant van zijn werkgever, S&A Services, is, zonder bericht van verhindering, niemand verschenen. De kantonrechter heeft werknemer daarop opgedragen om S&A Services bij exploot op te roepen tegen 21 mei 2024 voor een (voortzetting van de) mondelinge behandeling. Bij e-mail van 15 mei 2024 heeft S&A Services de kantonrechter verzocht om tot en met 17 mei 2024 uitstel te verlenen voor het indienen van een verweerschrift. Dit uitstel is door de kantonrechter verleend. Vervolgens heeft werknemer de kantonrechter bij brief van 15 mei 2024 bericht dat partijen tot een minnelijke regeling zijn gekomen, onder bijvoeging van de tussen partijen gemaakte afspraken. Daarbij is verzocht om deze afspraken op de nemen in een beschikking.
Oordeel
Overeenkomstig het verzoek van partijen legt de kantonrechter de afspraken die partijen samen hebben gemaakt vast door die op te nemen in deze beschikking. Partijen hebben afgesproken dat S&A Services zal overgaan tot uitbetaling aan werknemer van een transitievergoeding van € 243 bruto, een aanzegvergoeding van € 4.053,53 bruto, onregelmatigheidstoeslag van € 3.013,31 bruto, reiskosten van € 639,90 en een aanvullende vergoeding van € 2.026,77 bruto. Afgesproken is daarnaast dat de bedragen binnen zeven dagen na dagtekening van de brief van werknemer van 15 mei 2024 door S&A Services worden betaald. Na ontvangst van de bedragen verlenen partijen elkaar over en weer finale kwijting uit hoofde van de arbeidsovereenkomst. De partijen worden veroordeeld om de genoemde afspraken na te komen.