Naar boven ↑

Rechtspraak

werknemer/werkgeefster
Rechtbank Rotterdam (Locatie Dordrecht), 14 maart 2024
ECLI:NL:RBROT:2024:6083
Ontslag op staande voet terecht gegeven. Na benoeming van een (medisch) deskundige wordt geoordeeld dat tevens sprake is van ernstige verwijtbaarheid.

Feiten

Bij beschikking van 14 juli 2023 is een psychiater benoemd tot deskundige. Aan de deskundige is de vraag voorgelegd of werknemer leidt aan een psychische stoornis, welke stoornis dat dan is en hoe lang daarvan al sprake is. Voorts is aan de deskundige de vraag voorgelegd of het gedrag van werknemer – het verduisteren van geld van zijn werkgever – hierdoor verklaard worden. Waarom wel/niet? En indien wel: is er een causaal verband? De deskundige heeft vastgesteld dat sprake is van een obsessieve-compulsieve stoornis (dwangstoornis) bij werknemer. Er zou echter geen reden zijn om aan te nemen dat werknemer niet in staat zou zijn om de ontoelaatbaarheid van zijn gedragingen in te zien. Werkgever, Veerbedrijf Hoorweg B.V., heeft in zijn akte na deskundigenbericht geconcludeerd dat werknemer niet is geslaagd in het leveren van bewijs van zijn stelling dat hij onder invloed van zijn dwangstoornis heeft gehandeld bij het verduisteren van geld van Hoorweg. Hij meent dat het handelen van werknemer gekwalificeerd moet worden als ernstig verwijtbaar, als gevolg waarvan hij geen recht heeft op een transitievergoeding. Hij meent voorts dat er sprake is van opzet of schuld, dat werknemer aan Hoorweg de gefixeerde schadevergoeding verschuldigd is.

Oordeel

Gelet op de bevindingen van de deskundige wordt geoordeeld dat weliswaar sprake is van ziekte, zijnde een obsessieve-compulsieve stoornis, maar dat werknemer niet heeft gehandeld onder invloed van die ziekte althans dat is niet komen vast te staan. Het horen van een stem die opdracht geeft tot stelen wordt door de deskundige immers niet passend geacht bij een obsessieve-compulsieve stoornis. Het past volgens de deskundige ook niet bij het beloop van de stoornis in die zin dat de stoornis werknemer niet eerder in zijn leven heeft aangezet tot stelen. Volgens de deskundige zijn er ook geen redenen om aan te nemen dat werknemer niet in staat zou zijn om de ontoelaatbaarheid van zijn gedragingen in te zien. Inadequaat medicatiegebruik dat tot toename van klachten zou hebben geleid is volgens de deskundige evenmin aan de orde. Bovendien is het maar de vraag of een toename van klachten het horen van een stem die opdracht geeft tot stelen wél passend zou maken bij een obsessieve-compulsieve stoornis. Van belang is ook dat de deskundige inconsistenties heeft geconstateerd in het verhaal van werknemer en een verhoogde score op een symptoomvaliditeitstaak. Er is dus aanleiding tot twijfel over de geldigheid van de door werknemer vermelde symptomen/klachten. Gelet op het voorgaande geldt dat sprake is van ernstige verwijtbaarheid, nu werknemer niet heeft gehandeld onder invloed van zijn ziekte althans dat is niet komen vast te staan. Hoorweg hoeft geen transitievergoeding aan werknemer te betalen. Verder wordt gelet op het voorgaande geoordeeld dat werknemer door opzet of schuld aan Hoorweg een dringende reden heeft gegeven voor het ontslag op staande voet. Werknemer is daarom de gefixeerde schadevergoeding verschuldigd. Zoals reeds bij de tussenbeschikking van 9 februari 2023 overwogen, zullen de primaire verzoeken van werknemer tot vernietiging van het ontslag op staande voet, toelating tot de werkzaamheden en loondoorbetaling worden afgewezen. Eveneens worden afgewezen de (meer) subsidiaire verzoeken van werknemer tot toekenning van een transitievergoeding en een vergoeding wegens onregelmatige opzegging.