Naar boven ↑

Rechtspraak

Stichting Brancheplatform Kappers/Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor het kappersbedrijf e.a.
Rechtbank Midden-Nederland (Locatie Utrecht), 28 september 2023
ECLI:NL:RBMNE:2023:7736
Kort geding. Wens om drempelregeling in te voeren. Marginale toets kantonrechter. Niet aannemelijk is geworden dat de door het pensioenfonds gemaakte belangenafweging niet in redelijkheid te verdedigen is of dat sprake is van onwil.

Feiten

BPK bestaat uit Werkgeversorganisatie ANKO, werknemersorganisatie CNV Vakmensen en FNV Mooi (ook wel: de sociale partners). Zij werken samen om de sociaaleconomische omstandigheden in de kappersbranche te bevorderen. Op 1 juli 2023 is de Wet toekomst pensioenen in werking getreden. Onderdeel van deze nieuwe wet is dat per 1 januari 2024 de aanvangsleeftijd voor deelneming en pensioenopbouw verlaagd wordt van 21 naar 18 jaar. Vanwege deze wetswijziging en de manier waarop de pensioenregeling in de kappersbranche is opgezet (geen franchise, maar pensioenopbouw over het gehele pensioengevend loon), moet de pensioenregeling aangepast worden om deze fiscaal geaccepteerd te houden. Over de aanpassing van de pensioenregeling is een geschil ontstaan tussen partijen. BPK wil een zogenoemde ‘drempelregeling’ invoeren, maar volgens het pensioenfonds en TKP Pensioen B.V. is een dergelijke regeling niet uitvoerbaar. Een franchiseregeling is volgens hen wel uitvoerbaar, maar dit wil BPK niet. Volgens BPK zijn de sociale partners verantwoordelijk voor de inhoud van de pensioenregeling en zij wensen een drempelregeling in te voeren. Zij voert aan dat het pensioenfonds zich verschuilt achter het argument dat de drempelregeling niet uitvoerbaar is, terwijl hier geen (dragende) onderbouwing voor wordt gegeven. BPK vordert in deze procedure om het pensioenfonds te veroordelen zich in te spannen om de drempelregeling uit te voeren, TKP daartoe opdracht te geven en TKP op te dragen serieus onderzoek te doen naar de inhoud van de drempelregeling en daarop gemotiveerd in te gaan. Daarnaast vordert BPK om TKP te veroordelen om serieus onderzoek te doen naar uitvoerbaarheid van de drempelregeling en daartoe in te gaan op de inhoud van de regeling en gemotiveerd te reageren op de argumentatie van BPK.

Oordeel

De vordering van BPK om het pensioenfonds te veroordelen zich in te spannen om de drempelregeling uit te voeren (en TKP daartoe opdracht te geven) houdt in feite in dat de kantonrechter een keuze moet maken voor een van de twee regelingen waarover tussen partijen een discussie bestaat (een drempel- of franchiseregeling). Deze keuze kan de kantonrechter alleen al niet maken omdat in deze procedure, zonder nader onderzoek, niet duidelijk is welke regeling beter is en voor nader onderzoek is in kort geding geen plaats. Maar los daarvan is het niet aan de kantonrechter in dit kort geding om deze beslissing te nemen/keuze te maken. Zoals is aangevoerd door het pensioenfonds heeft het gelet op zijn taak en verantwoordelijkheid belangen waar het rekening mee moet houden bij het uitvoeren van een pensioenregeling, zoals het bewaken van een beheerste en integere bedrijfsvoering. Het is aan het pensioenfonds om een beoordeling te maken in het kader van een beheerste en integere bedrijfsvoering. Het standpunt dat het pensioenfonds daarin inneemt, kan slechts zeer marginaal worden getoetst. Het pensioenfonds zag en ziet risico’s in de uitvoerbaarheid van de drempelregeling per 1 januari 2024 en heeft ook zijn twijfels bij de juridische houdbaarheid van deze regeling en dit heeft het onderbouwd. De kantonrechter is van oordeel dat niet aannemelijk is geworden dat de door het pensioenfonds gemaakte belangenafweging niet in redelijkheid te verdedigen is. In een memo van 20 juli 2023 heeft TKP aangegeven wat de knelpunten zijn bij het invoeren van een drempelregeling. Bovendien heeft TKP in dit memo aangegeven dat het op te tuigen handhavingsmodel qua uitvoering gelijk is aan de ‘geknipte regeling’. Niet is gebleken dat BPK destijds tegen die argumenten is ingegaan. Aan de hand van het memo van 20 juli 2023 van TKP heeft het pensioenfonds aan BPK per brief van 25 juli 2023 laten weten dat het uitvoeren van een drempelregeling per 1 januari 2024 voor TKP niet haalbaar is en het bestuur majeure risico’s ziet voor de beheerste en integere bedrijfsvoering bij het invoeren van een drempelregeling. Vervolgens heeft TKP in haar memo van 7 augustus 2023 een analyse gemaakt van de invoering van een franchiseregeling tegenover de invoering van een drempelregeling waarbij is ingegaan op de gegevensaanlevering door de werkgever en de inrichting van de pensioenadministratie. In dit memo worden meerdere technische redenen genoemd, ook vanuit softwareontwikkelaars, waarom een drempelregeling per 1 januari 2024 niet uitvoerbaar is. Op basis van dit memo heeft het pensioenfonds in zijn brief van 11 augustus 2023 opnieuw aan BPK laten weten dat het bestuur concludeert dat het invoeren van een drempelregeling per 1 januari 2024 niet mogelijk is zonder de beheerste en integere bedrijfsvoering in gevaar te brengen. Het pensioenfonds en TKP hebben de drempelregeling onderzocht, maar zij zagen te veel risico’s in de uitvoering van deze regeling. De kantonrechter komt tot de conclusie dat BPK onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt dat het pensioenfonds en/of TKP geen serieus onderzoek hebben gedaan naar de drempelregeling of dat er sprake is geweest van onwil aan hun zijde.