Naar boven ↑

Rechtspraak

X/Y
Rechtbank Midden-Nederland (Locatie Utrecht), 3 juli 2024
ECLI:NL:RBMNE:2024:4082
Overeenkomst gekwalificeerd als overeenkomst van opdracht en niet als arbeidsovereenkomst. Klokkenluidersregeling kan werker niet baten, nu causaal verband tussen kritische (klokkenluiders)brief en opzegging overeenkomst van opdracht niet is komen vast te staan.

Feiten

Stichting Y is een onderwijsinstelling met acht basisscholen, verdeeld over negen locaties. Stichting Y en X hebben op 27 juni 2023 een ‘Tweepartijenovereenkomst van opdracht’ gesloten. X heeft op basis van die overeenkomst de dagelijkse en integrale leiding van een van de onder stichting Y vallende scholen op zich genomen. De overeenkomst is aangegaan voor de periode van 14 augustus 2023 tot 19 juli 2025. Stichting Y heeft de overeenkomst tussen partijen bij e-mail van 4 november 2023 ontbonden. Stichting Y verwijt X dat hij zich schuldig heeft gemaakt aan opruiing en dat hij heeft getracht de (voormalig) bestuurder van Y en andere medewerkers in diskrediet te brengen en daarbij insinuaties en onwaarheden heeft verteld. X is, gelet op de in de overeenkomst bepaalde opzegtermijn, na 4 november 2023 nog één maand doorbetaald. X stelt dat de overeenkomst niet had mogen worden opgezegd, nu volgens hem sprake is van een arbeidsovereenkomst en niet van een overeenkomst van opdracht. De opzegging hangt volgens hem bovendien samen met zijn ondertekening van een ‘klokkenluidersbrief’ op 2 november 2023. X vordert daarom in deze procedure wedertewerkstelling.

Oordeel

De kantonrechter oordeelt als volgt.

Kwalificatie – uitlegfase

In de tussen partijen gesloten overeenkomst staat onder meer dat X een zelfstandig interim-directeur is die tijdelijk aan stichting Y ondersteuning biedt en de uit de opdracht voortvloeiende werkzaamheden zelfstandig uitvoert. Y kan wel instructies geven omtrent het beoogde resultaat van de opdracht. X werkt ten minste 32 uur per week en zet die uren naar eigen inzicht in. De overeenkomst is aangegaan voor de duur van de opdracht en Y betaalt X een maandelijkse vergoeding van € 10.000 vermeerderd met btw, op basis van facturen die X stuurt. X is daarbij vrij om een overeenkomst van opdracht met andere opdrachtgevers te sluiten en ten behoeve van andere opdrachtgevers werkzaamheden te verrichten. De kantonrechter stelt vast dat partijen hebben beoogd een opdrachtovereenkomst aan te gaan. Dat blijkt niet alleen uit de tekst van de overeenkomst, maar ook uit het feit dat X de overeenkomst zelf heeft opgesteld en heeft aangeboden aan Y.

Kwalificatie – kwalificatiefase

De kantonrechter loopt in deze fase de gezichtspunten uit het Deliveroo-arrest (zie AR 2023-0400) langs en overweegt dat de gezichtspunten ofwel in dit geval onvoldoende onderscheidend zijn ofwel in de richting wijzen van een overeenkomst van opdracht. Zo was X vrij om zijn werkzaamheden naar eigen inzicht in te richten en zijn werktijden en -plaats te bepalen. Y voerde geen functioneringsgesprekken met X en X nam ook geen ondergeschikte positie in tegenover de bestuurder. Voorts gedraagt X zich in het economisch verkeer als ondernemer; hij werkt al 10 jaar voor veel verschillende opdrachtgevers op ad-interimbasis. Op grond van alle feiten en omstandigheden komt de kantonrechter tot het oordeel dat geen sprake is van een arbeidsovereenkomst, maar van een overeenkomst van opdracht. Op grond van artikel 7:408 BW stond het stichting Y vrij om deze overeenkomst op te zeggen op de wijze zoals zij dat heeft gedaan.

Wet bescherming klokkenluiders

De kantonrechter is voorts van oordeel dat, voor zover er sprake is van een melding van een misstand door X als klokkenluider, de klokkenluidersregeling X niet kan baten. Het causaal verband tussen de klokkenluidersbrief en de opzegging is niet komen vast te staan, nu Y onvoldoende weersproken heeft gesteld dat zij ten tijde van de opzegging van de overeenkomst met X niet op de hoogte was van de kritische brief van 2 november 2023.

De vordering tot wedertewerkstelling wordt afgewezen.