Naar boven ↑

Rechtspraak

werknemer/werkgeefster
Rechtbank Rotterdam (Locatie Rotterdam), 6 september 2024
ECLI:NL:RBROT:2024:8945
Causaal verband tussen werkomstandigheden en gezondheidsklachten is te onzeker en onbepaald voor toepassing van de arbeidsrechtelijke omkeringsregel. Werkgever is proportioneel aansprakelijk voor 20% van de schade.

Feiten

Werknemer (55 jaar) heeft vanaf zijn twintigste in de haven gewerkt, laatstelijk bij Matrans. Op 21 mei 2013 is hij arbeidsongeschikt geworden. Hij is niet meer hersteld en op 31 augustus 2016 arbeidsongeschikt uit dienst gegaan. Hij is nu nog steeds volledig arbeidsongeschikt. Werknemer eist dat de kantonrechter Matrans veroordeelt om alle materiële en immateriële schade aan hem te betalen die hij lijdt en heeft geleden door zijn fysieke klachten. Volgens hem zijn die klachten namelijk het gevolg van zijn werkzaamheden voor Matrans. Hij vraagt een verwijzing naar de schadestaatprocedure. Werknemer eist verder dat Matrans wordt veroordeeld om € 20.000 aan hem te betalen, als voorschot op de schade.

Oordeel

Werknemer wil dat Matrans zijn schade vergoedt. Uit de wet volgt dat werknemer dan moet bewijzen dat hij die schade heeft geleden in de uitoefening van zijn werkzaamheden (artikel 7:658 BW). De kantonrechter concludeert dat het verband tussen de gezondheidsklachten en de werkomstandigheden te onbepaald is om de arbeidsrechtelijke omkeringsregel te hanteren. Dat leidt ertoe dat de gewone bewijsregels van toepassing zijn en dat werknemer dus moet bewijzen dat er sprake is van een causaal verband tussen zijn klachten en het werk. Uit het voorgaande volgt dat hij daar onvoldoende in is geslaagd, gezien de onzekerheden die uit het rapport van de deskundige volgen. De kantonrechter laat de wetenschappelijke onduidelijkheid over de oorzaak van nek- en rugklachten niet volledig voor rekening van werknemer komen. Matrans heeft namelijk wel haar zorgplicht geschonden en de kans dat de gezondheidsklachten van werknemer hierdoor zijn veroorzaakt is niet zeer klein. Gezien de overige omstandigheden van deze zaak oordeelt de kantonrechter dat Matrans proportioneel aansprakelijk is. De kantonrechter oordeelt dat Matrans haar zorgplicht heeft geschonden ten aanzien van werknemer. Het had op de weg van Matrans gelegen om in het antwoord in te gaan op de manier waarop zij ten aanzien van werknemer haar zorgplicht heeft gehandhaafd. Dat heeft zij niet gedaan. Zij heeft alleen in het algemeen aangevoerd welk gezondheidsbeleid zij voert, waarbij zij de focus heeft gelegd op interne opleidingen en gevoerd voorlichtingsbeleid. Ze heeft echter niet omschreven welke veiligheidsmaatregelen zij heeft getroffen om werknemer te beschermen tegen gezondheidsschade en hoe zij erop heeft toegezien dat hij zich hieraan heeft gehouden. Dat er een relatie kan zijn tussen de gezondheidsklachten en het werk staat niet ter discussie. Matrans heeft dit zelf toegegeven. Voorts blijkt uit het deskundigenrapport dat de werkzaamheden van werknemer kunnen hebben geleid tot zijn klachten. De kantonrechter oordeelt op basis van het voorgaande dat Matrans proportioneel aansprakelijk is voor de schade van werknemer. Omdat Matrans proportioneel aansprakelijk is, wordt zij veroordeeld tot schadevergoeding in evenredigheid met de kans dat de schade door de schending van de zorgplicht is veroorzaakt. De kantonrechter schat dit percentage op 20%. De kantonrechter veroordeelt Matrans verder om € 20.000 aan werknemer te betalen, bij wijze van voorschot. Werknemer heeft namelijk onbetwist gesteld dat hij sinds 2014 ongeveer € 16.000 inkomensverlies per jaar heeft. Matrans is dus aansprakelijk voor € 3.200 per jaar (0,2 x 16.000). Alleen de inkomensschade bedraagt naar schatting dus inmiddels al € 32.000 (10 x 3.200). Daar komen overige materiële en immateriële posten, zoals gezondheidsschade, medische kosten en pensioenschade mogelijk nog bij.