Rechtspraak
Feiten
Werknemer heeft in de periode september 2012 tot en met augustus 2013 werkzaamheden bij werkgever verricht in het kader van een werkgelegenheidsproject van de gemeente Emmen. Werknemer is op 1 december 2013 voor de duur van 1 jaar in dienst getreden bij werkgever. Bij WhatsApp-bericht van 29 januari 2014 heeft werknemer zich ziek gemeld bij werkgever. Bij brieven van 29 januari 2014 en 1 februari 2014 heeft werknemer aan werkgever verzocht om uitbetaling van zijn salaris over respectievelijk december 2013 en januari 2014. Bij whatsApp-bericht van 1 maart 2014 heeft werknemer onder meer aan werkgever gemeld dat hij een 'steeds groter wrak' is geworden, andere medicatie heeft en 'half gedrogeerd rondspookt'. Werkgever heeft in reactie daarop terug gemeld dat hij niet wist dat het zo erg was, dat hij werknemer nog niet officieel ziek had gemeld en dat hij hem die maandag ziek zal melden. In mei 2014 heeft werknemer salarisspecificaties ontvangen, over de maand december 2013, houdende een netto uit te betalen loon van € 665,46, en over de maanden januari tot en met maart 2014 houdende een netto uit te betalen loon van € 686,33. De arbeidsovereenkomst van werknemer is per 1 december 2014 van rechtswege geëindigd. Werknemer vordert, kort en zakelijk weergegeven, betaling van gesteld te weinig en nog niet betaald loon, van gestelde opgebouwde en niet opgenomen ADV en vakantiedagen, van vakantietoeslag en van de eenmalige uitkering ex artikel 59 Cao.
Oordeel
De kantonrechter zal allereerst de vraag dienen te beantwoorden of werknemer ontvankelijk is, nu hij zelf stelt dat sinds 26 juli 2013 sprake is van een onderbewindstelling. De bewindvoerder vertegenwoordigt de rechthebbende tijdens het bewind bij de vervulling van zijn taak voorts in en buiten rechte. Het is derhalve de bewindvoerder die in een gerechtelijke procedure over een onder bewind gesteld goed dient op te treden als formele procespartij ten behoeve van de rechthebbende, die de materiële procespartij is. Van de vervulling van de taak van de bewindvoerder is sprake wanneer het gaat om handelingen in verband met de onder bewind staande goederen. De rechten die werknemer zou kunnen ontlenen aan de met werkgever gesloten arbeidsovereenkomst vallen onder het bereik van het bewind. Dat brengt met zich dat werknemer niet bevoegd is om over de uit de arbeidsovereenkomst volgende aanspraken zelf te procederen. Hij dient dan ook niet-ontvankelijk te worden verklaard. De kantonrechter merkt voorshands inhoudelijk op dat een vordering als de onderhavige ingevolge artikel 7:629a BW in beginsel dient te worden afgewezen indien de in lid 1 van die bepaling vermelde 'UWV-deskundigenverklaring' niet is bijgevoegd.