Feiten

Werkneemster is op 23 mei 2022 in dienst getreden bij Acerchem B.V. Acerchem heeft werkneemster op 7 maart 2024 op staande voet ontslagen wegens haar afwezigheid sinds 9 feburari 2024 en het feit dat Acerchem haar activiteiten heeft beëindigd. Werkneemster verzoekt de kantonrechter het ontslag op staande voet te vernietigen, Acerchem en Ingredients4u hoofdelijk te veroordelen haar, zodra zij daartoe weer in staat is, toe te laten tot haar werk, Acerchem en Ingredients4u hoofdelijk te veroordelen tot betaling van haar loon en Acerchem en Ingredients4u er hoofdelijk toe te veroordelen haar een deugdelijke bruto-nettospecificatie te verstrekken.

Oordeel

De kantonrechter oordeelt als volgt.

Overgang van onderneming

Uit de stukken volgt dat de activiteiten van Acerchem zijn overgenomen door Ingredients4u. Tot dit oordeel leidt om te beginnen de als bijlage 5 bij het verzoekschrift gevoegde brief van Ingredients4u én Acerchem met als titel “Letter of explanation for change of company account”. In deze brief staat dat Ingredients4u en Acerchem tot de Ingredients4u PTE-groep behoren en dat per 29 februari 2024 alle ‘funds’ voortaan overgemaakt moeten worden naar de bankrekening van Ingredients4u. Hier komt bij dat de bestuurder van zowel Acerchem als Ingredients4u op de zitting onvoldoende duidelijk heeft gemaakt wat nu precies het verschil tussen beide bedrijven is, aangezien beide bedrijven zich bezighouden met de verkoop van precies dezelfde producten en zich richten op (grotendeels) dezelfde markt. Verder is de stelling in het verzoekschrift dat Ingredients4u (het overgrote deel van) de voorraad van Acerchem, inventaris en klantenbestand van Acerchem heeft overgenomen onvoldoende weersproken. Op basis hiervan concludeert de kantonrechter dat er sprake is van overgang van onderneming. Als het aan werkneemster gegeven ontslag geen stand houdt, dan heeft zij die arbeidsovereenkomst inmiddels met Ingredients4u.

Ontslag op staande voet en overige vorderingen 

De kantonrechter vernietigt het ontslag op staande voet, aangezien de in de ontslagbrief genoemde reden (dat zij sinds 9 februari 2024 zonder bericht weggebleven is van haar werk) onterecht is. Werkneemster was ziek en heeft daar contact over onderhouden met Acerchem, hetgeen blijkt uit diverse schriftelijke stukken. Daarnaast is de tweede reden in de ontslagbrief, dat Acerchem ‘will be closing its operations’, evenmin een gegronde reden voor ontslag op staande voet. Dit brengt met zich mee dat Ingredients4u wordt veroordeeld werkneemster weer toe te laten tot haar werk en om het verschuldigde loon (alsnog) aan haar te betalen (€ 2.450 bruto per maand tijdens de ziekte van werkneemster, € 3.500 bruto per maand over de tijd dat werkneemster weer arbeidsgeschikt is). Ook moet Ingredients4u aan werkneemster een bruto-nettospecificatie verstrekken. Hoewel Acerchem niet meer bestaat, bestaat nog de mogelijkheid om heropening van de vereffening van een ontbonden vennootschap te verzoeken bij de rechtbank. Daarom zal de kantonrechter Acerchem ook hoofdelijk veroordelen in deze zaak, voor wat betreft het recht op loon van werkneemster. Tot slot moet zowel Acerchem en Ingredients4u de proceskosten betalen en zal de beschikking uitvoerbaar bij voorraad worden verklaard.