Feiten 

Werknemer is op 1 september 2022 in dienst getreden bij werkgeefster in de functie van verkoopmedewerker. De arbeidsovereenkomst is van rechtswege geëindigd op 31 maart 2024. Na afloop van het dienstverband heeft werknemer de transitievergoeding, het vakantiegeld en de niet-genoten vakantiedagen niet uitbetaald gekregen. Werknemer verzoekt werkgeefster te veroordelen tot betaling van de vergoedingen, vermeerderd met de wettelijke verhoging en rente. Op 5 juli 2024 heeft de mondelinge behandeling plaatsgevonden. Daarbij is werknemer verschenen, bijgestaan door een gemachtigde. Namens werkgeefster is niemand verschenen. Omdat niet met zekerheid kon worden vastgesteld dat de oproep voor de mondelinge behandeling werkgeefster heeft bereikt, heeft de kantonrechter een nieuwe mondelinge behandeling bepaald. De nieuwe mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 20 september 2024. Daarbij is werknemer verschenen en aan de zijde van werkgeefster niemand. Voorafgaand aan de mondelinge behandeling heeft de gemachtigde van werknemer een afschrift van de deurwaarder overgelegd, waaruit blijkt dat zowel het deels gewijzigde verzoekschrift als de oproep voor de mondelinge behandeling bij de rechtbank op het van werkgeefster bekende adres zijn betekend.

Oordeel 

De kantonrechter oordeelt op basis van de beschikbare stukken als volgt. Werknemer verzoekt werkgeefster te veroordelen tot betaling van een transitievergoeding. De transitievergoeding is niet verschuldigd als het eindigen van de arbeidsovereenkomst het gevolg is van het ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werknemer. Hiervan is niet gebleken. Bij de berekening is werknemer uitgegaan van zijn netto maandelijks loon, bij gebrek aan wetenschap over de hoogte van zijn brutoloonbedrag. Nu dit alles niet door werkgeefster is betwist, gaat de kantonrechter uit van de juistheid van deze berekening en zal het verzochte bedrag worden toegewezen. Ook de hierover verzochte wettelijke rente wordt toegewezen. Tot slot worden de verzochte bedragen van het vakantiegeld en niet-genoten vakantiedagen als niet weersproken toegewezen.