Naar boven ↑

Rechtspraak

Koninklijke Luchtvaartmaatschappij N.V./werknemer
Rechtbank Noord-Holland (Locatie Haarlem), 15 oktober 2024
ECLI:NL:RBNHO:2024:10182
De kantonrechter heeft in een andere (gelijktijdige) procedure geoordeeld dat het ontslag op staande voet niet rechtsgeldig is. Daarom wordt het verzoek van KLM om een gefixeerde schadevergoeding toe te kennen afgewezen.

Feiten 

Werknemer is op 26 juni 2023 bij de Koninklijke Luchtvaartmaatschappij N.V. (hierna: KLM) in dienst getreden als teammember operations. Alle KLM-medewerkers kunnen zes maanden na indiensttreding gebruikmaken van IPB-reisfaciliteiten. De regels en voorwaarden voor gebruikmaking van de IPB-regeling staan opgenomen in een brochure. Op 11 april 2024 heeft werknemer een eerste en laatste officiële waarschuwing gekregen vanwege het overtreden van het IPB-reglement. Op 23 mei 2024 is werknemer op staande voet ontslagen vanwege herhaaldelijk en ernstig misbruik van de IPB-regeling. Daarnaast heeft hij de gemaakte afspraken rondom zijn vertrek naar Suriname op meerdere punten geschonden. KLM verzoekt de kantonrechter om een gefixeerde schadevergoeding toe te kennen.

Oordeel

De kantonrechter oordeelt als volgt. In een andere (gelijktijdige) procedure is geoordeeld dat het ontslag op staande voet niet rechtsgeldig is. Dat betekent dat werknemer niet schadeplichtig is jegens KLM. Daarom wordt het verzoek tot betaling van een gefixeerde schadevergoeding afgewezen. KLM wordt als de in het ongelijk gestelde partij in de kosten veroordeeld.