Naar boven ↑

Rechtspraak

werkgeefster c.s./Stichting Uitvoeringsregelingen SAVG
Rechtbank Zeeland-West-Brabant (Locatie Bergen op Zoom), 16 oktober 2024
ECLI:NL:RBZWB:2024:7097
Uitleg cao-bepaling over vereiste lengte dienstverband om in aanmerking te komen voor RVU-uitkering. Uitleg begrip ‘werkzaam bij’. Het gaat om een arbeidsovereenkomst met die werkgever. Feitelijk werken zonder een arbeidsovereenkomst valt hier niet onder. Geen recht op RVU.

Feiten

Werknemer 1 is vanaf 2010 tot 2013 werkzaam geweest bij B.V. 1 op basis van een arbeidsovereenkomst. Van 2013 tot 2018 is werknemer in dienst geweest bij B.V. 2, en is vervolgens te werk gesteld bij B.V. 1. Werknemer is in 2019 opnieuw in dienst getreden bij B.V. 1. Op de arbeidsovereenkomsten tussen werknemer en B.V. 1 zijn de cao Schilders-, afwerkings-, vastgoedonderhoud- en glaszetbedrijf (hierna: cao SAVG) en de cao Uitvoeringsregelingen voor het schilders-, afwerkings-, vastgoedonderhoud- en glaszetbedrijf (hierna: cao USAVG) van toepassing. De stichting is belast met de uitvoering van regelingen in de cao USAVG, waaronder de Regeling Vervroegde Uitdiensttreding (RVU). Werknemer heeft op of omstreeks 10 oktober 2022 een verzoek gedaan aan de stichting tot toekenning van een uitkering op grond van de RVU. De stichting heeft die uitkering geweigerd. Werknemer en B.V. 1 vorderen een verklaring voor recht dat werknemer per direct door de Stichting moet worden toegelaten tot de RVU. Hiervoor moet werknemer onder meer voldoen aan de voorwaarde dat hij in de periode van 25 jaar direct voorafgaand aan de uittredingsdatum ten minste 20 jaar werkzaam is geweest bij een of meer werkgevers vallend onder de werkingssfeer van deze cao.

Oordeel

De kantonrechter oordeelt als volgt. Het verschil van mening over de hiervoor genoemde voorwaarde spitst zich toe op de vraag of de periode van 2013 tot en met 2018, waarin werknemer in dienst van B.V. 2 werkte bij B.V. 1, dient te worden meegeteld bij de berekening of hij in de periode van 25 jaar direct voorafgaand aan de uitdiensttreding ten minste 20 jaar werkzaam was bij een of meer werkgevers vallend onder de werkingssfeer van de cao USAVG. Een cao-bepaling moet worden uitgelegd aan de hand van de zogenoemde cao-norm. Deze houdt in dat in beginsel de bewoordingen van die bepaling, gelezen in het licht van de gehele tekst van de cao, van doorslaggevende betekenis zijn. Hierbij zijn de bedoelingen van de partijen die de cao tot stand hebben gebracht niet van belang. Bezien tegen de achtergrond van uitleg volgens de cao-norm wordt de uitleg van de stichting gevolgd. Artikel 2 lid 1 sub d in hoofdstuk 8 van de cao USAVG bepaalt dat beslissend is dat de werknemer “werkzaam bij” een werkgever was vallend onder de werkingssfeer van de cao USAVG. De woorden “werkzaam bij” laten ruimte open of daarmee wordt bedoeld dat werknemer in dienst was van een werkgever vallend onder de werkingssfeer van de cao USAVG, of dat het ruimer moet worden opgevat, in die zin dat daaronder ook valt dat werknemer niet in dienst hoefde te zijn van een werkgever vallend onder de werkingssfeer van de cao USAVG maar dat het voldoende is dat hij er feitelijk werkte. Van belang is dat artikel 2 lid 1 sub d vereist dat de werknemer een verzekeringsbewijs van het UWV heeft overgelegd. Het door B.V. 1 en werknemer overgelegde verzekeringsbericht vermeldt in welke periode werknemer bij welke werkgever in dienst was. Het vermeldt niet waar hij feitelijk werkzaam was. Ook dat biedt een aanwijzing dat “werkzaam bij” moet worden gelezen als “in dienst van”. De woorden “werkzaam bij” een werkgever moeten dus worden als “op grond van een arbeidsovereenkomst met de werkgever”, oftewel in dienst van die werkgever. Niet in geschil is dat B.V. 2 geen werkgever is vallend onder de werkingssfeer van de cao, zodat de periode van 2013 tot en met 2018 waarin werknemer in dienst van B.V. 2 werkte, niet meetelt voor de twintigjareneis. Aangezien B.V. 2 geen werkgever vallend onder de werkingssfeer van de cao is, telt de periode dat werknemer in dienst van B.V. 2 was, niet mee voor de twintigjareneis in artikel 2 lid 1 sub d in hoofdstuk 8 van de cao USAVG. Nu werknemer niet aan alle voorwaarden in artikel 2 lid 1 voldoet, komt hem geen beroep toe op de RVU. De vorderingen van werknemer en B.V. 1 worden afgewezen.