Naar boven ↑

Rechtspraak

werkneemster/werkgever
Rechtbank Rotterdam (Locatie Rotterdam), 2 december 2024
ECLI:NL:RBROT:2024:12668
Werkgever schakelt geen Arbodienst in voor werkneemster die zich ziek meldt en ontslaat haar uiteindelijk vanwege werkweigering. Ontslag op staande voet niet rechtsgeldig.

Feiten

Werkneemster is op 1 juni 2024 in dienst getreden bij werkgeefster. Werkneemster heeft zich in september 2024 ziek gemeld. Werkgever heeft werkneemster op 15 oktober 2024 op staande voet ontslagen. Een e-mail van werkgever aan werkneemster van die dag vermeldt dat werkneemster heeft aangegeven niet ziek te zijn maar persoonlijke problemen te hebben. Werkneemster zou alle pogingen van werkgever om haar alsnog aan het werk te krijgen hebben geweigerd. Werkneemster verzoekt vernietiging van dit ontslag op staande voet.

Oordeel

De kantonrechter oordeelt als volgt. Dat sprake zou zijn van werkweigering is niet gebleken. Als een werknemer zich ziek meldt en stelt niet in staat te zijn de werkzaamheden uit te voeren, is het aan de bedrijfsarts om te bepalen of dit daadwerkelijk zo is. Werkneemster heeft werkgever expliciet gevraagd om een verwijzing, wat werkgever niet heeft gedaan. Zelfs als dat wat werkgever aangeeft klopt, zoals dat werkneemster kort voor de ziekmelding is aangesproken op haar functioneren, dan rechtvaardigt dit nog niet dat werkgever ervoor heeft gekozen om geen Arbodienst in te schakelen en werkneemster na een sommatie om weer aan het werk te gaan op staande voet te ontslaan. Het verzoek van werkneemster om werkgever ertoe te veroordelen een Arboarts in te schakelen wordt toegewezen. Ook wordt werkgever veroordeeld om bij gebleken belastbaarheid werkneemster toe te laten tot de overeengekomen werkzaamheden. De loonvordering van werkneemster wordt toegewezen. De wettelijke verhoging wordt gematigd tot 10%. Werkgever wordt in de proceskosten veroordeeld.