Rechtspraak
Rechtbank Zeeland-West-Brabant (Locatie Bergen op Zoom), 4 december 2024
ECLI:NL:RBZWB:2024:8753
Feiten
De drie bij deze procedure betrokken werknemers zijn op basis van een oproepovereenkomst in dienst (geweest) van Jumbo Supermarkten B.V. (hierna: Jumbo). In juli 2017 heeft Jumbo aan werknemers laten weten dat zij jaarlijks, in een periode van 52 weken, ten minste dertien zondagen niet zouden mogen werken. Werknemers maken in rechte aanspraak op betaling van de uren die zij op die zondagen niet hebben kunnen werken. Zij stellen dat de eenzijdige oplegging om minstens dertien zondagen per 52 weken niet te werken onterecht is geweest. Werknemers zijn achteraf te weten gekomen dat deze regel alleen van toepassing is op minderjarige collega’s. Zij hebben door de mededeling dertien zondagen in moeten leveren, op welke zondagen zij normaliter wel zouden hebben gewerkt, aldus werknemers. Bij tussenbeschikking van 21 februari 2024 heeft de kantonrechter de vorderingen van twee van de drie werknemers afgewezen. Ten aanzien van de derde werknemer heeft de kantonrechter vastgesteld dat partijen een nadere afspraak hebben gemaakt over het werken op zondag, namelijk dat hij iedere zondag voor 9,5 uur zou worden ingepland voor werkzaamheden. De afspraak is ten onrechte eenzijdig door Jumbo gewijzigd en werknemer maakt terecht aanspraak op betaling van achterstallig loon. Partijen zijn in de gelegenheid gesteld bij akte een loonberekening over de periode 7 november 2017 tot april 2021 over te leggen.
Oordeel
De kantonrechter oordeelt als volgt. De kantonrechter volgt voor de loonberekening het overzicht van Jumbo. Dit betekent dat voor het jaar 2017 een bedrag van € 237,88 bruto is verschuldigd en in totaal voor de periode 7 november 2017 tot april 2021 een bedrag van € 5.692,23. De kantonrechter wijst dit bedrag, te vermeerderen met de wettelijke rente, en een bedrag van € 1.138,45 bruto wegens wettelijke verhoging (20%), toe.