Rechtspraak
Feiten
Werknemer is per 1 juli 1998 bij CvD in dienst getreden. In de functie van nachtwaker moest werknemer in de nachtelijke uren de orde en rust bewaken in de nachtopvang van CvD waar mensen verbleven met een dubbele aandoening. Op 6 december 2018 heeft werknemer zich ziek gemeld. Werknemer is op 18 april 2019 gediagnosticeerd met PTSS en een persisterende depressieve stoornis. Ook is er een autismespectrumstoornis vastgesteld. Na twee jaar ziekte is het dienstverband door middel van een vaststellingsovereenkomst beëindigd per 29 januari 2021. Op 7 april 2021 heeft werknemer CvD aansprakelijk gesteld op grond van artikel 7:658 BW. CvD heeft de aansprakelijkheid nadien van de hand gewezen. Werknemer vordert een verklaring voor recht dat CvD aansprakelijk is.
Oordeel
De kern van het geschil betreft de vraag of CvD op grond van artikel 7:658 BW aansprakelijk is. Naar het oordeel van de kantonrechter is voldoende komen vast te staan dat werknemer is blootgesteld aan voor de gezondheid gevaarlijke werkomstandigheden. Vooropgesteld wordt dat werknemer zijn werkzaamheden als nachtwaker, waarbij hij te maken had met een groep van tot wel 30 cliënten, (veelal) alleen verrichtte. Daarbij had hij te maken met een groep cliënten met een dubbele aandoening, te weten een psychische diagnose én een alcohol- en/of drugsverslaving. Uit overgelegde nachtrapportages maakt de kantonrechter op dat sommige cliënten ook regelmatig psychotisch waren. Het voorgaande tezamen maakt dat het gedrag van de cliënten waarmee werknemer te maken had, op zijn zachtst gezegd niet altijd even voorspelbaar was en zij niet altijd voor rede vatbaar waren. Naar het oordeel van de kantonrechter kan worden vastgesteld dat werknemer (in ieder geval) in de periode van 2013 tot en met 2018 weliswaar niet dagelijks, maar in ieder geval wel met enige regelmaat, met verbaal, non-verbaal en fysiek agressief gedrag van cliënten is geconfronteerd. Zo werd er onder meer geschreeuwd, gescholden, gedreigd, tegen ramen en deuren geslagen en vond er ook ongewenst fysiek contact plaats. Naar het oordeel van de kantonrechter kunnen deze werkomstandigheden als schadelijk voor de gezondheid worden aangemerkt. Agressie is een vorm van ongewenst gedrag die valt onder de noemer psychosociale arbeidsbelasting. De omstandigheid dat werknemer in de situaties waarin de agressie tot hem was gericht in staat was om de-escalerend op te treden en/of zichzelf in veiligheid te brengen, maakt naar het oordeel van de kantonrechter niet dat deze incidenten niet hun weerslag op werknemer hebben gehad. Daarnaast gaat de kantonrechter ervan uit dat ook incidenten waarbij de agressie niet direct tot werknemer was gericht en/of incidenten waarbij werknemer niet aanwezig was de nodige impact kunnen hebben. Ook deze incidenten dragen immers bij aan een gevoel van onveiligheid. Volgens werknemer zijn de PTSS en persisterende depressieve stoornis een gevolg van de werkomstandigheden bij CvD. Dit hebben gedaagden gemotiveerd betwist. De kantonrechter is van oordeel dat het causaal verband tussen de werkzaamheden en de PTSS en persisterende depressieve stoornis van werknemer vooralsnog niet vaststaat en dat het verband tussen de gezondheidsschade en de arbeidsomstandigheden te onzeker en onbepaald is. De kantonrechter is van oordeel dat nader onderzoek nodig is naar het verband tussen de psychische klachten van werknemer en de arbeidsomstandigheden door benoeming van een onafhankelijk deskundige. Alvorens tot benoeming over te gaan beoordeelt de kantonrechter het verweer dat CvD haar zorgplicht is gekomen. Dit verweer wordt (vooralsnog) verworpen. Weliswaar is gesteld dat CvD na incidenten altijd proactief nazorg heeft aangeboden aan personeelsleden (door na te bellen of hen aan te spreken) en dat zij aan werknemer (voor zijn ziekmelding) ook een aanbod voor andere werkzaamheden heeft gedaan, maar dit heeft werknemer gemotiveerd betwist. Bij gebreke van een onderbouwing daarvan zijn deze stellingen (vooralsnog) dan ook niet komen vast te staan. Aan CvD wordt de bewijsopdracht gegeven dat (proactief) nazorg is aangeboden en dat zij een aanbod voor andere werkzaamheden heeft gedaan. Slaagt CvD in het opgedragen bewijs, dan moet worden aangenomen dat zij voldaan heeft aan haar zorgplicht, zodat de vordering van werknemer afgewezen dient te worden. Slaagt CvD niet in het opgedragen bewijs, dan dient nader beoordeeld te worden of de PTSS en de persisterende depressieve stoornis van werknemer een gevolg zijn van de arbeidsomstandigheden bij CvD.