Naar boven ↑

Rechtspraak

werknemer/Melitta Professional Coffee Solutions Benelux B.V.
Rechtbank Gelderland (Locatie Nijmegen), 6 december 2024
ECLI:NL:RBGEL:2024:9657
Accountmanager wil in dienst treden bij andere werkgever. Ondernemingen zijn gelijksoortig en concurrerend. Concurrentiebeding staat aan indiensttreding in de weg. Werknemer wordt niet onbillijk benadeeld.

Feiten

Op 1 augustus 2022 is werknemer in dienst getreden bij Melitta Professional Coffee Solutions Benelux B.V. (hierna: Melitta) als accountmanager. In zijn meest recente arbeidsovereenkomst van 12 juni 2023, die voor onbepaalde tijd geldt, staat een concurrentie- en een relatiebeding opgenomen. Hieruit volgt kort gezegd dat hij na beëindiging van zijn arbeidsovereenkomst een jaar lang geen zakelijke contacten mag onderhouden met relaties van Melitta en geen werkzaamheden mag verrichten voor een concurrerende onderneming in Nederland of België zonder schriftelijke toestemming van Melitta. Werknemer is werkzaam in het rayon Zuid-Nederland, dat de provincie Limburg, het oostelijke deel van Noord-Brabant en een deel van Gelderland beslaat. Binnen dit rayon verkoopt hij espresso- en koffiemachines, bijbehorende servicecontracten en koffie(bonen) van Melitta en andere koffiebranders. Zijn functie richt zich op relatiebeheer, het werven van nieuwe klanten en het onderhouden van contact met koffiebranders en andere (weder)verkopers van koffiebonen. Vanaf maart 2023 heeft werknemer herhaaldelijk zijn ontevredenheid geuit over de service en werkwijze van Melitta en laten weten dat hij klachten ontvangt van klanten over de service van Melitta en dat hij vindt dat verbeteringen uitblijven.

Op 6 augustus 2024 heeft werknemer aan Melitta laten weten dat hij zijn carrière wenst voort te zetten bij X. Melitta heeft hierop aangegeven dat het concurrentiebeding hem belemmert om in dienst te treden bij X. Werknemer stelt dat het concurrentiebeding zijn recht op vrije arbeidskeuze beperkt. Hij heeft bovendien moeite met de dubbelrol waarin Melitta hem plaatst: enerzijds moet hij relaties onderhouden met koffiebranders om via hen koffiemachines te verkopen, anderzijds wordt van hem verwacht dat hij namens Melitta aan klanten koffiebonen verkoopt. Bij X heeft hij deze dubbelrol niet, omdat hij zich daar enkel op de verkoop van koffiebonen kan richten. Daarnaast wil hij dichter bij huis werken.

Werknemer vordert daarom dat het concurrentiebeding per direct geheel wordt geschorst, zodat hij zonder belemmeringen bij X in dienst kan treden. Subsidiair verzoekt hij dat Melitta wordt veroordeeld tot het betalen van een schadevergoeding van € 100 per dag, zolang hij door het concurrentiebeding wordt belemmerd, totdat hierover in een bodemprocedure een uitspraak is gedaan.

Oordeel

De kantonrechter oordeelt dat X een onderneming is die gelijk of gelijksoortig is aan die van Melitta en daarmee een concurrent. Hoewel de focus van X mogelijk iets anders ligt, betekent dit niet dat het een ander marktsegment betreft. Het concurrentiebeding staat dus aan de indiensttreding van werknemer bij X in de weg.

Belangenafweging

Naast het feit dat Melitta en X concurreren en zich deels op dezelfde markt richten, is er ook sprake van overlap in werkgebied. Als werknemer bij X in dienst treedt, zal hij direct een collega van Melitta tegenkomen die in dezelfde regio werkzaam is. Als accountmanager heeft werknemer bovendien toegang gehad tot informatie waarvan het belangrijk is dat een concurrent daarvan geen kennis neemt. Melitta heeft er een gerechtvaardigd belang bij om haar bedrijfsgeheimen en concurrentiegevoelige informatie te beschermen en wil voorkomen dat zij (potentiële) klanten verliest.

Daarom wordt werknemer door het concurrentiebeding niet onbillijk benadeeld in verhouding tot de belangen van Melitta. Het feit dat werknemer het niet meer naar zijn zin heeft bij Melitta en de service onder de maat vindt, is onvoldoende reden om het concurrentiebeding te schorsen. Ook de wens om dichter bij huis te werken, weegt niet zwaar genoeg.

Daarnaast heeft werknemer niet aannemelijk gemaakt dat hij door handhaving van het concurrentiebeding onvoldoende mogelijkheden heeft om een andere baan te vinden. Om deze reden wordt ook zijn subsidiaire vordering tot schadevergoeding afgewezen.