Feiten

Werknemer is op 1 juli 2022 in dienst getreden bij werkgeefster. De werkzaamheden van werknemer bestonden uit het doen van boodschappen ten behoeve van de keuken van werkgeefster. Werknemer is op 10 september 2024 op staande voet ontslagen omdat hij bij het doen van boodschappen bij Albert Heijn zijn eigen bonuskaart gebruikt en bij elke aankoop koopzegels spaarde waarmee hij persoonlijke boodschappen betaalde. Werknemer stelt dat hij ten onrechte is ontslagen omdat het ontslag niet onverwijld is gegeven en omdat voor het ontslag geen dringende reden is gegeven in de zin van de wet. Werknemer voert aan dat hij wel wist dat de koopzegels hem voordeel opleverden, maar niet dat ze werkgeefster nadeel opleverden. Werknemer dacht dat de koopzegels gratis waren. Ook beroept werknemer zich op de klachtplicht. Werkgeefster houdt vast aan het ontslag op staande voet en stelt de aanschaft van koopzegels gelijk aan diefstal.  

Oordeel

De kantonrechter oordeelt als volgt.  Ter zitting heeft de kantonrechter doorgevraagd op het geschilpunt tussen partijen: of werknemer wist dat werkgeefster betaalde voor de koopzegels. De kantonrechter is er, mede omdat voor de aanschaf van koopzegels niet telkens een bewuste handeling nodig is, van overtuigd geraakt dat werknemer niet bewust heeft gehandeld en daarmee niet bewust werkgeefster heeft benadeeld. Desondanks is naar het oordeel van de kantonrechter sprake van een dringende reden voor ontslag op staande voet. Werknemer had zich moeten realiseren dat hij werkgeefster benadeelde. Telkens als werknemer afrekende verscheen een bedrag dat 10% hoger was dan het subtotaalbedrag. Dit was het bedrag vermeerderd met koopzegels. Ook uit de benaming, koopzegels, had werknemer kunnen en moeten afleiden dat de zegels niet gratis waren. Ook had werknemer moeten begrijpen dat een supermarkt niet zomaar het bedrag dat werknemer in negen maanden heeft gespaard, € 1700, gratis zou weggeven. Werknemer heeft ten minste onzorgvuldig gehandeld. Werkgeefster moet haar inkopers blind kunnen vertrouwen. Kopers kunnen makkelijk enkele producten extra kopen zonder dat werkgeefster dat doorheeft. De vertrouwensband moet daarom feilloos zijn en werknemer heeft dit vertrouwen ernstig geschaad. De onverwijldheid van het ontslag is ook vast komen te staan. De boekhouder van werkgeefster kwam achter de betaling van de koopzegels tijdens de vakantie van werknemer. Direct na de vakantie van werknemer heeft een gesprek plaatsgevonden en is hij op staande voet ontslagen. Het beroep op de klachtplicht faalt. Er worden duizenden bonnen per jaar in een app van werkgeefster ingevoerd die werkgeefster niet allemaal kan controleren. Dat werkgeefster handgeschreven bonnen van de stomerij wel snel controleerde, doet daar niet aan af, aangezien die bonnen vaker btw-fouten bevatten. De verzoeken van werknemer worden afgewezen. Het verzoek van werkgeefster tot toekenning van de gefixeerde schadevergoeding wordt eveneens afgewezen, omdat niet is komen vast te staan dat de dringende reden het gevolg is van de opzet of schuld van werknemer. De proceskosten worden gecompenseerd.