Feiten

Werknemer heeft gewerkt bij Transcend Packaging B.V. (hierna: Transcend). Transcend heeft werknemer op 25 april 2024 laten weten dat zijn dienstverband, vanwege een herstructurering, per 26 juli 2024 zal eindigen. De AVA heeft vervolgens besloten werknemer op 30 juli 2024 per direct te ontslaan en de arbeidsovereenkomst te beëindigen per 1 november 2024. Werknemer is op 19 juli 2024 uitgenodigd voor de aandeelhoudersvergadering, maar is niet verschenen. Werknemer voert aan een gewone werknemer te zijn geweest en minimale taken en werkzaamheden als directeur van Transcend te hebben gehad. Er is geen geldige benoeming als directeur geweest, waardoor de uitzondering van artikel 7:671 lid 1 aanhef en onder e BW zich niet voordoet. Overigens betwist werknemer ook de gestelde bedrijfseconomische omstandigheden. Werknemer berust in het ontslag maar verzoekt wel enkele bedragen. Hij verzoekt een billijke vergoeding van € 196.440,59, de transitievergoeding, betaling van de achterstallige bonus en een schadevergoeding. Transcend erkent dat zij werknemer niet via de opzegging van 25 april 2024 had kunnen ontslaan omdat er een besluit van de AVA nodig was. Zij heeft die fout ingezien, en daarom is het ontslagvoornemen alsnog aan de AVA voorgelegd. Transcend voert aan dat werknemer wel degelijk als statutair directeur is benoemd en dat er geen recht is op het resterende deel van de bonus, alleen al omdat de KPI’s niet zijn behaald. Transcend verzoekt een veroordeling van werknemer tot terugbetaling van het te veel betaalde salaris en de autotoeslag en een proceskostenveroordeling voor werknemer.

Oordeel

De kantonrechter oordeelt als volgt.  In de verwijzingsbeslissling is beslist dat werknemer tot statutair directeur is benoemd. Er is voor de kantonrechter geen aanleiding om op dit punt anders te oordelen nu partijen geen nieuwe informatie hebben aangeleverd. Het ontslag van werknemer als statutair bestuurder is rechtsgeldig tot stand gekomen. Uit de correspondentie en feitelijke gedragingen volgt dat partijen de eerste opzegging van Transcend, die in beginsel niet herroepen kan worden, als niet-verricht hebben beschouwd en de werking daarvan hebben laten ontvallen. Gelet op de 15 april-uitspraken is met het besluit van de AVA ook een eind gekmoen aan de arbeidsrechtelijke relatie van partijen. Werknemer betwist de bedrijfseconomische omstandigheden die aan het besluit ten grondslag zijn gelegd. Uit de stellingen van partijen volgt echter dat sprake was van een grote terugloop in de verkoop en inkomsten van een onderdeel van Transcend. Transcend heeft voldoende onderbouwd dat er in de eerste helft van 2024 sprake was van zodanig sterk teruglopende verkoopcijfers dat zij de noodzaak voelde om direct in te grijpen. Er is niet gebleken dat er herplaatsingsmogelijkheden waren. Het verzoek van werknemer tot toekenning van een billijke vergoeding wordt afgewezen. De transitievergoeding wordt wel toegewezen. Voor wat de bonus betreft verschillen partijen er van mening over of Transcend werknemer KPI’s heeft verschaft. Uit de overgelegde correspondentie volgt dat beide partijen wisten dat de bonus resultaatsafhankelijk was en dat ook de concrete resultaten nog niet waren vastgesteld. Transcend heeft niet meer gereageerd op een mail van werknemer over zijn bonus waarin hij enkele KPI’s benoemde. Werknemer mocht er in die omstandigheden niet op vertrouwen dat er aan het ontvangen van het tweede deel van de bonus geen KPI’s waren gekoppeld. Het staat vast dat werknemer niet alle doelen heeft behaald, waardoor hij geen recht heeft op het tweede deel van de bonus. Voor wat betreft de aandelen waar werknemer recht op meent te hebben, is de kantonrechter van oordeel dat werknemer onvoldoende heeft onderbouwd dat hij vanwege zijn prestaties recht heeft gekregen op deze aandelen. Transcend heeft betaling van de gevorderde pensioenstortingen toegezegd, zodat dit bedrag zal worden toegewezen. De proceskosten worden gecompenseerd.