Naar boven ↑

Rechtspraak

Domestico Zorg B.V./werkneemster
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden (Locatie Leeuwarden), 31 maart 2025
ECLI:NL:GHARL:2025:1857
Ontslag op staande voet niet rechtsgeldig gegeven. Niet is komen vast te staan dat zorgmedewerkster betrokken was bij opstellen en bij zorgverzekeraar indienen van valse facturen. Zorginstelling is billijke vergoeding (€ 2000 bruto) verschuldigd.

Feiten

Werkneemster is op 5 februari 2019 in dienst getreden bij Domestico Zorg B.V. (hierna: Domestico) als verzorgende. Op 1 september 2023 heeft werkneemster zich ziek gemeld. Domestico heeft werkneemster op 29 juli 2024 op staande voet ontslagen, onder meer vanwege het opstellen van valse facturen en het indienen ervan bij de zorgverzekeraar van een cliënt. Werkneemster legt zich neer bij het einde van de arbeidsovereenkomst, maar heeft de kantonrechter gevraagd voor recht te verklaren dat het ontslag niet rechtsgeldig is verleend. Ook maakte zij aanspraak op vergoedingen. De kantonrechter heeft de verzoeken van werkneemster grotendeels toegewezen. Beide partijen hebben hoger beroep ingesteld.

Oordeel

Het hof oordeelt als volgt.

Ontslag niet onverwijld gegeven

Domestico kreeg op 26 februari 2024 de beschikking over valse facturen. Werkneemster wijst er echter terecht op dat Domestico geen verklaring heeft gegeven over concreet verrichte onderzoeksactiviteiten tussen 26 februari en 11 maart 2024 (de datum waarop partijen met elkaar hebben gesproken en werkneemster betrokkenheid heeft ontkend) en vervolgens vanaf 11 maart tot de op 17 juli 2024 gestelde vraag aan de ex-partner van werkneemster om nadere uitleg. Ook het hof trekt daaruit de conclusie dat het onderzoek naar betrokkenheid van werkneemster bij vervalste declaraties onvoldoende voortvarend is uitgevoerd. Het ontslag is dan ook niet onverwijld gegeven.

Betrokkenheid bij valse facturen onvoldoende aannemelijk

Het hof begrijpt dat Domestico, op basis van informatie van de ex-partner en een telefoongesprek van de wijkverpleegkundige met de zorgverzekeraar van een cliënt, het vermoeden kreeg dat werkneemster betrokken was bij frauduleus handelen met facturen op naam van Domestico. Die vermoedens hebben ondanks onderzoek echter niet geleid tot voldoende betrouwbaar bewijs, tegenover de herhaalde ontkenning van betrokkenheid door werkneemster. Aan de verklaringen van de ex-partner komt, gegeven de vechtscheiding waarin hij en werkneemster verkeerden, onvoldoende gewicht toe en dat geldt ook voor de verklaring van de vader van werkneemster, vanwege familieproblemen. Daarmee is deze reden voor ontslag niet komen vast te staan en daarmee valt ook het doek voor de stelling dat werkneemster in dit opzicht ernstig verwijtbaar heeft gehandeld. De transitievergoeding is in eerste aanleg dan ook terecht toegewezen en de redelijkheid en billijkheid staan daaraan, anders dan Domestico aanvoert, niet in de weg.

Billijke vergoeding

Het hof is van oordeel dat zonder het ontslag op staande voet de arbeidsovereenkomst in ieder geval zou voortduren tot 1 september 2025, het einde van het tweede ziektejaar. Het inkomstenverlies van werkneemster wordt volledig gedekt door de Ziektewetuitkering die zij ontvangt en naar haar eigen verwachting blijft ontvangen omdat geen spoedig herstel in het verschiet ligt. Voor compensatie van gemiste inkomsten na het onterechte ontslag is daarom geen reden. Wel is er reden voor een billijke vergoeding, omdat het onterecht verlenen van ontslag op staande voet op zichzelf al ernstig verwijtbaar is en tot financiële zorgen en andere stress heeft geleid. Een en ander rechtvaardigt een billijke vergoeding van € 2.000 bruto.