Naar boven ↑

Rechtspraak

Paardenkliniek Venlo B.V./werkneemster
Gerechtshof 's-Hertogenbosch (Locatie 's-Hertogenbosch), 11 februari 2025
ECLI:NL:GHSHE:2025:347
Assistent-dierenarts paardenkliniek overtreedt nevenwerkzaamhedenbeding door eigen vof op te richten. Boetebedrag van € 176.500 komt hof bovenmatig voor; bedrag gematigd tot € 88.250.

Feiten 

Werkneemster is op 1 juni 2014 bij Paardenkliniek Venlo B.V. (hierna: PKV) in dienst getreden in de functie van assistent-dierenarts. In de arbeidsovereenkomst van werkneemster is een nevenwerkzaamhedenbeding, een concurrentiebeding en een boetebeding opgenomen. Met ingang van 1 september 2020 hebben werkneemster en haar partner een vennootschap onder firma opgericht die zich toelegt op veterinaire dienstverlening en het fokken en houden van paarden. De arbeidsovereenkomst tussen werkneemster en PKV is door opzegging van werkneemster per 1 juli 2021 geëindigd. PKV heeft in eerste aanleg de door werkneemster verbeurde boetes gevorderd. De kantonrechter heeft deze vorderingen afgewezen. PKV is in hoger beroep gegaan. In een tussenarrest van 22 november 2022 heeft het hof overwogen dat tussen partijen een rechtsgeldig nevenwerkzaamheden en boetebeding van toepassing is en dat sprake is van schending van dit nevenwerkzaamhedenbeding door werkneemster. PKV heeft haar vorderingen die zien op het concurrentiebeding ingetrokken. Werkneemster heeft hiermee ingestemd.

Oordeel

Het hof komt toe aan de beoordeling van het door werkneemster gedane verzoek tot matiging van de boetes wegens overtreding van het nevenwerkzaamhedenbeding (art. 7:650 lid 6 BW). Het hof overweegt in dat kader dat de door werkneemster begane overtreding ernstig en verwijtbaar is. Zij had zich van de ontoelaatbaarheid van haar handelen bewust moeten zijn. Daar staat tegenover dat PKV vanaf eind 2017/begin 2018 op de hoogte was van het plan van werkneemster om een eigen onderneming op te richten. Naar het oordeel van het hof had het op de weg van PKV gelegen werkneemster uitdrukkelijk en indringend te waarschuwen dat zij door het uitvoeren van dit plan het nevenwerkzaamhedenverbod zou overtreden en de daaraan verbonden boetes verschuldigd zou worden en dat PKV voornemens was deze boetes alsdan op te eisen. Een dergelijke waarschuwing is echter niet gegeven. Het hof acht voldoende aannemelijk dat PKV als gevolg van de overtreding van het beding door werkneemster schade heeft geleden en dat werkneemster juist financieel voordeel heeft genoten van de overtreding. Wel is het hof van oordeel dat sprake is van een zekere wanverhouding tussen het salaris van werkneemster (€ 2.641 netto per maand) en de totaal door haar verschuldigde boete van € 176.500. Daarbij neemt het hof ook de duur (7 jaar) en omvang (40 uur per week) van het dienstverband in aanmerking. Anderzijds dient van het nevenwerkzaamhedenbeding en de op overtreding daarvan gestelde boetes een voldoende preventieve werking uit te gaan. Al het vorenstaande in aanmerking genomen, komt het boetebedrag van in totaal € 176.500 het hof bovenmatig voor en ziet het hof aanleiding dit bedrag te matigen tot € 88.250.