Rechtspraak
Appellant is bij besluit van 30 december 2010 een loongerelateerde WIA-uitkering toegekend door UWV. De mate van arbeidsongeschiktheid is vastgesteld in de categorie 35 tot 80%. Na bezwaar en beroep heeft UWV bij gewijzigde beslissing de mate van ongeschiktheid van appellant vastgesteld op 80 tot 100%. In beroep is vervolgens uitsluitend nog in geschil of de volledige arbeidsongeschiktheid duurzaam moet worden geacht in de zin van artikel 4 Wet WIA. De rechtbank heeft vervolgens bepaald dat appellant met ingang van 24 januari 2011 recht heeft op een IVA-uitkering. De rechtbank bepaalt daarbij dat UWV aan appellant het in beroep betaalde griffierecht vergoedt en UWV is voorts veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten tot een bedrag van € 2.695; de Staat der Nederlanden (minister van Veiligheid en Justitie) is veroordeeld tot betaling aan appellant van een schadevergoeding tot een bedrag van € 1.500 in verband met overschrijding van de redelijke termijn. De rechtbank verwijst hierbij naar het Besluit proceskosten bestuursrecht. Omdat appellant geen specificatie van ingeschakelde deskundigen heeft overgelegd wordt de vergoeding van de kosten daarvan afgewezen. Appellant voert aan dat hem nooit is medegedeeld dat het overleggen van een specificatie een constitutief vereiste is voor vergoeding, terwijl de rechtbank wist dat aanzienlijke kosten voor de inschakeling van deskundigen waren gemaakt. Volgens appellant had de rechtbank de zaak moeten aanhouden om hem alsnog in de gelegenheid te stellen die specificatie over te leggen.
De Centrale Raad van Beroep oordeelt als volgt. Als een beroep gegrond wordt verklaard, kent de bestuursrechter in de regel een ambtshalve vergoeding voor kosten van beroepsmatig verleende rechtsbijstand toe op grond van artikel 8:75 Awb. Ter verkrijging van overige kosten, zoals ter vergoeding van de inschakeling van een deskundige, moet een partij uiterlijk ter zitting een onderbouwd verzoek indienen. Het gebruik van het 'Formulier Proceskosten' is daarbij niet dwingend voorgeschreven, ook op andere wijze kunnen deze kosten worden onderbouwd. I.c. brengt een behoorlijke hantering van de bevoegdheid op grond van artikel 8:75 Awb mee dat de rechtbank naar de kosten van de deskundigen had geïnformeerd of nogmaals een Formulier proceskosten had toegestuurd, nu appellant in de diverse stadia van de procedure bij de rechtbank verschillende malen naar de deskundige had verwezen, rapporten had overgelegd van de deskundige en om vergoeding van kosten daarvan had verzocht. Een eerdere brief van de rechtbank van 26 september 2012 over de proceskosten was door het verloop van de procedure nadien achterhaald en daarop kon de rechtbank zich niet verlaten. Het hoger beroep slaagt voor zover de rechtbank het verzoek om vergoeding van de kosten van de door hem ingeschakelde deskundigen heeft afgewezen.