Gelijkebehandelingsnorm Kaderrichtlijn tijdelijk arbeid verzet zich tegen onderscheid in sectorale socialezekerheidspremies bepaalde tijd (basis van werkelijke uren) en vaste dienst (forfaitaire uren).

Werkgeefster heeft niet ernstig verwijtbaar gehandeld door de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd niet voort te zetten vanwege de zwangerschap en/of toekomstig moederschap van werkneemster. Op basis van getuigenverklaringen blijkt dat werkgeefster andere redenen hieraan ten grondslag heeft gelegd.

Kennismigrant werkt door na einddatum dienstverband. Opvolgende arbeidsovereenkomst is geen overeenkomst voor onbepaalde tijd en is van rechtswege geëindigd.

Stelling werknemer dat door werkgever een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd is toegezegd, is onvoldoende feitelijk onderbouwd en toegelicht. Relevant hierbij is dat werknemer wist dat hij tests met goed gevolg moest afleggen en dat vaststaat dat hij hierin niet is geslaagd.

Verzoek tot vaststellen arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd valt onder de Wet flexibel werken. Geen ruimte voor uitkering restant scholingsbudget bij einde dienstverband.

Onvoorwaardelijke toezegging tot verlenging van de arbeidsovereenkomst door leidinggevende. Of de leidinggevende daadwerkelijk bevoegd was, is niet doorslaggevend.

Fastfoodrestaurant heeft zich niet als goed werkgever gedragen door dienstverband van rechtswege te laten eindigen. Werknemer mocht er bij blijvend goed functioneren op vertrouwen dat na afloop van het vijfde contractjaar de tijdelijke arbeidsovereenkomst – voor onbepaalde tijd – zou worden voortgezet.

Toepassingsbereik Richtlijn 1999/70/EG ziet op tijdelijke contracten en niet op vast (weigering verlof te verlenen aan vaste kracht voor tijdelijke leerstoel valt niet onder richtlijn).

Nu de aan het ontslag op staande voet ten grondslag gelegde dringende reden pas ter zitting concreet is geworden, is het ontslag niet onverwijld verleend. Vernietiging ontslag op staande voet. Toewijzing loonvordering tot einde arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd.

Werkgeefster krijgt gelegenheid te bewijzen dat sprake is van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd. Slaagt zij hierin, dan is de arbeidsovereenkomst tijdig aangezegd en van rechtswege geëindigd. Zo niet, dan is zij werkneemster een billijke vergoeding verschuldigd van € 2.000 bruto.