Rechtspraak
Rechtbank Gelderland (Locatie Arnhem), 25 februari 2020
ECLI:NL:RBGEL:2020:1331
Feiten
Werkneemster is sinds 1 november 2018 bij Soap & Spices Scherpenzeel B.V. (hierna: Soap & Spices) in dienst. In een niet door partijen ondertekende arbeidsovereenkomst is opgenomen dat de arbeidsovereenkomst is aangegaan voor de duur van 12 maanden. Bij brief van 26 september 2019 heeft Soap & Spices aangegeven dat de arbeidsovereenkomst niet wordt verlengd en dus afloopt op 31 oktober 2019. Werkneemster heeft zich vervolgens op het standpunt gesteld dat tussen partijen sprake is van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd, dat de brief van 26 september 2019 als een opzeggingsbrief te gelden heeft, dat werkneemster niet met die opzegging akkoord gaat en dat daarom niet rechtsgeldig is opgezegd en sprake is van een vernietigbare opzegging. Werkneemster verzoekt de kantonrechter een billijke vergoeding van € 25.000 bruto toe te kennen op grond van artikel 7:681 BW.
Oordeel
Tussen partijen is in de eerste plaats in geschil of sprake is van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd. Soap & Spices heeft haar standpunt onderbouwd door een arbeidsovereenkomst over te leggen. Nu deze arbeidsovereenkomst echter door geen van partijen is ondertekend en werkneemster betwist deze overeenkomst te kennen, kan hieruit niet volgen dat deze overeenkomst een weergave is van hetgeen partijen zijn overeengekomen. Aldus is vooralsnog onvoldoende aannemelijk dat tussen partijen een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd tot stand is gekomen. Nu Soap & Spices daarvan tijdens de zitting uitdrukkelijk het bewijs heeft aangeboden wordt zij in de gelegenheid gesteld alsnog te bewijzen dat sprake is van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd. Indien Soap & Spices slaagt in het haar opgedragen bewijs, is het einde van deze arbeidsovereenkomst met de brief van 26 september 2019 tijdig aangezegd en bestaat er geen grondslag voor de verzochte billijke vergoeding. Ingeval Soap & Spices niet slaagt in het haar opgedragen bewijs, is er sprake van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd die door Soap & Spices op onrechtmatige wijze is opgezegd. Daarmee heeft Soap & Spices ernstig verwijtbaar gehandeld en toekenning van een billijke vergoeding ligt dan ook in de rede. Daarbij wordt rekening gehouden met de gevolgen van het ontslag (HR 30 juni 2017, ECLI:NL:HR:2017:1187). Dienaangaande wordt als volgt overwogen. Enerzijds heeft Soap & Spices de arbeidsovereenkomst onrechtmatig opgezegd en werkneemster vervolgens langere tijd in het ongewisse gehouden. Anderzijds heeft werkneemster er, nadat de gemachtigde van Soap & Spices op 8 januari 2020 had aangegeven dat zij terug kon keren, voor gekozen om dit niet te doen. Aldus heeft werkneemster eerst nadat Soap & Spices aan haar primaire verzoek wilde voldoen de switch gemaakt. Vanaf 8 januari 2020 dient het feit dat de arbeidsovereenkomst niet is voortgezet dan ook voor rekening en risico van werkneemster te blijven. Dat geldt temeer nu tijdens de mondelinge behandeling is gebleken dat werkneemster vanaf 1 januari 2020 een nieuwe baan heeft. Aldus is zij feitelijk slechts van 1 november 2019 tot 1 januari 2020 werkloos geweest. De kantonrechter ziet daarin aanleiding om, indien Soap & Spices niet slaagt in het haar opgedragen bewijs, rekening houdend met het salaris over die periode en de door werkneemster ontvangen WW-uitkering, de billijke vergoeding bij nog te wijzen eindbeschikking te bepalen op een bedrag van € 2.000 bruto.