Ontbreken van VOG kon op moment van ontslag op staande voet niet als dringende reden worden aangemerkt. Toewijzing vergoeding wegens onregelmatige opzegging (€ 4.860 bruto), transitievergoeding (€ 242,14 bruto) en billijke vergoeding (€ 6.480 bruto).

Loonvordering van werkneemster wordt toegekend na onterechte loonopschorting. Werkgeefster is zelf re-integratieverplichtingen niet nagekomen, door werkneemster niet door de bedrijfsarts te laten oproepen.

Partijen verschillen over de vraag of de arbeidsovereenkomst door werknemer door middel van een door hem ondertekende verklaring rechtsgeldig is opgezegd. De vraag is aan de orde of werkgever op deze verklaring mocht vertrouwen óf had moeten onderzoeken of werknemer daadwerkelijk de bedoeling had ontslag te nemen.

Kort geding. Vordering achterstallig salaris. Toewijzing vordering.

De beëindiging van de arbeidsovereenkomst was mede een gevolg van het einde van de affectieve relatie tussen werknemer en X. Op werkgeefster rustte mede om die reden een onderzoeksplicht om de werkelijke bedoelingen van het handelen van werknemer na te gaan.

Werkgever mocht er niet gerechtvaardigd van uitgaan dat werknemer zijn arbeidsovereenkomst had opgezegd, nu geen sprake is van een “duidelijke en ondubbelzinnige” verklaring.