Werknemer die gaandeweg steeds meer verantwoordelijkheden kreeg en opklom tot het managementteam ervaart ernstige spanningsklachten. Verstoring verhoudingen, maar geen van partijen heeft ernstig verwijtbaar gehandeld. Ontbinding op de g-grond.

Veroordeling in een gedeelte van de werkelijk gemaakte proceskosten na intrekking verzoekschrift. Artikel 21 Rv. Geen misbruik van procesrecht door werkgeefster.

Ontslag statutair bestuurder wegens disfunctioneren. Geen billijke vergoeding.

Hoger beroep. Werknemer heeft recht op transitievergoeding. Handelen verwijtbaar maar niet ernstig verwijtbaar.

Uitglijden in een trappenhuis over een pak folders betreft een “huis-, tuin- en keukenongeval”, waarvoor geen werkgeversaansprakelijkheid geldt. Dit ligt anders als het trappenhuis niet goed was verlicht. Deelgeschilprocedure leent zich echter niet voor nadere bewijslevering.

Werkneemster is na faillissement werkgeefster in dienst getreden bij payrollorganisatie voor het verrichten van dezelfde werkzaamheden als voor de doorstart. Doorstart van horecavestiging is geen overgang van onderneming/pre-pack. Payrollconstructie is geen schijnconstructie.

Verstoring van de arbeidsverhouding lijkt voort te vloeien uit de functioneringsgesprekken, waarbij werkneemster heimelijk opnames heeft gemaakt, waardoor vervolgens een onwerkbare situatie is ontstaan. Werkgeefster verzoekt ontbinding van de arbeidsovereenkomst.

In deze deelgeschilprocedure kan nog niet worden beoordeeld of werkgever aansprakelijk is voor het ongeval, omdat nader onderzoek naar de feiten noodzakelijk is. Een deelgeschilprocedure leent zich hier niet voor.

Werkneemster wordt terecht op staande voet ontslagen omdat zij tijdens haar arbeidsongeschiktheid commerciële bingo’s organiseerde, terwijl zij naar eigen zeggen nergens toe in staat was, en omdat zij werkgeefster en de bedrijfsarts 'voorloog’ ten aanzien van haar belastbaarheid.

Beëindiging van een slapend dienstverband en berekening van de transitievergoeding op grond van de Xella-beschikking. Werknemer heeft recht op transitievergoeding vanaf de datum waarop werkgever in staat was het dienstverband op de b-grond te beëindigen.