Ontslag op staande voet niet rechtsgeldig omdat er geen sprake is van dringende reden; onvoldoende functioneren en het af en toe in werktijd iets voor privédoeleinden bekijken op internet kwalificeert niet als dringende reden voor een ontslag op staande voet.

Het hof is van oordeel dat er geen verband is tussen het opzegverbod tijdens ziekte en het ontbindingsverzoek. Werknemer heeft ernstig verwijtbaar gehandeld zodat de arbeidsovereenkomst wordt ontbonden.

Ambtshalve toepassing artikel 9a Waadi. Relatiebeding nietig, concurrentiebeding niet omdat het belemmeringsverbod slechts in de weg staat aan arbeidsovereenkomst met de inlener maar niet met de concurrent.

Verzet tegen dwangbevel Bpf (artikel 21 lid 5 Wet Bpf 2000). Bpf wordt in de gelegenheid gesteld om bewijs te leveren ten aanzien van de personen die volgens haar op grond van een arbeidsovereenkomst in dienst van een onderneming zouden zijn geweest en waarvoor deelneming in het Bpf verplicht is gesteld.

Ontslag op staande voet vanwege sjoemelen met de urenregistratie houdt stand.

Horen problemen met betrekking tot houding en gedrag bij een d-grond? Het hof ontbindt de arbeidsovereenkomst op de g-grond.

Is de arbeidsovereenkomst in lijn met de werkelijkheid?

Ten onrechte ontbinding arbeidsovereenkomst statutair bestuurder uitgesproken. Geen sprake van een dringende reden. Billijke vergoeding van € 200.000 bruto.

Werkgeefster heeft de door werknemer opgegeven uren onvoldoende betwist. Loonvordering toegewezen.

Pensioenrecht. Werkgever is aansprakelijk voor de schade die werknemer heeft geleden door het niet aanmelden van werknemer bij de pensioenverzekeraar.