Ontslag op staande voet niet rechtsgeldig omdat er geen sprake is van dringende reden; onvoldoende functioneren en het af en toe in werktijd iets voor privédoeleinden bekijken op internet kwalificeert niet als dringende reden voor een ontslag op staande voet.

Ondanks arbeidsongeschiktheid wegens psychische klachten is er geen sprake van een opzegverbod. Verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst op respectievelijk de e-, g- en i-grond afgewezen.

Werknemer heeft beëindigingsovereenkomst met succes buitengerechtelijk vernietigd op grond van (wederzijdse) dwaling. Toewijzing vordering tot wedertewerkstelling en loondoorbetaling.

Arbeidsongeschikte game presenter is onterecht op basis van ‘oei-foei-doei’-beleid op staande voet ontslagen. Er is immers geen enkele keer sprake geweest van herhaling en verder valt de ernst van de incidenten te relativeren.

Loonvordering uit ziekteperiode afgewezen vanwege gebrekkig deskundigenoordeel. Gebrek aan hoor en wederhoor en de verzekeringsarts heeft zijn oordeel onvoldoende inzichtelijk gemaakt.

Verdacht gedrag werknemer op zichzelf onvoldoende bewijs voor de dringende reden. Wel voldoende reden voor indringend gesprek. Met de in dat gesprek door werknemer gedane uitlatingen is de dringende reden in voldoende mate komen vast te staan.

Onterecht gegeven ontslag. Geen sprake van dringende reden. Aannemelijk is dat het werkneemster als enige personeelslid van werkgever moeite kostte om de uiteenlopende taken tijdig en/of volledig uit te voeren. Vergoedingen van in totaal ongeveer 9500 euro toegewezen.

Horen problemen met betrekking tot houding en gedrag bij een d-grond? Het hof ontbindt de arbeidsovereenkomst op de g-grond.

Geen opzegging arbeidsovereenkomst door werkgever. Loon tijdens ziekte. Artikel 7:629a lid 1 BW. Werknemer heeft geen deskundigenverklaring van het UWV overgelegd, terwijl werkgever wel betwist dat werknemer ziek is. Werknemer mag alsnog deskundigenverklaring vragen. Procedure aangehouden.

Kort geding. Werknemer werkzaam als accountmanager zakelijke markt in de autobranche moet concurrentiebeding onverkort nakomen en moet een voorschot op de verbeurde boete betalen.