Naar boven ↑

Rechtspraak

Afwijzing ontbindingsverzoek ‘arbeidsgehandicapte’ werknemer wegens onjuiste toepassing afspiegelingsbeginsel en zwakke arbeidsmarkt positie werknemer

Werknemer (21 jaar) is sinds 9 juli 2007 in dienst van Innov-X, laatstelijk als ‘assistant administrator’. Naast werknemer verricht ook collega Y de functie van ‘assistant administrator’. Innov-X verzoekt ontbinding van de arbeidsovereenkomst wegens bedrijfseconomische omstandigheden. Een arbeidsplaats binnen de functie assistant administrator komt te vervallen. Naar het oordeel van Innov-X is collega Y geschikter voor de functie dan werknemer. Daarbij komt dat werknemer lijdt aan een lichte vorm van autisme waardoor werknemer begeleiding nodig heeft op het werk, die na de reorganisatie niet meer geboden kan worden. Volgens werknemer is het ontbindingsverzoek in strijd met het afspiegelingsbeginsel gedaan. Hij werkt langer dan collega Y in de functie van assistant administrator. Voorts zijn de gevolgen van het ontslag voor hem aanzienlijk en behoud van zijn aanstelling in kosten beperkt voor de werkgever daar deze een loondispensatie ontvangt vanwege de arbeidshandicap van werknemer.

De kantonrechter oordeelt als volgt. Indien het afspiegelingsbeginsel zou worden gehanteerd dan zou collega Y ten opzicht van werknemer als eerste in aanmerking komen voor beëindiging van zijn arbeidsovereenkomst. Innov-X heeft in het verzoekschrift echter aangevoerd dat zij de voorkeur geeft aan handhaving van collega Y omdat collega Y beschikt over passender ervaring en opleiding. [verweerder] heeft dit echter gemotiveerd weersproken, stellende dat hij meer ervaring en een hogere opleiding heeft, hetgeen door Innov-X niet is betwist. Dit argument van Innov-X voor beëindiging van de arbeidsovereenkomst met werknemer, kennelijk in plaats van die met collega Y, gaat derhalve niet op. Voorts heeft Innov-X in het verzoekschrift gesteld dat werknemer lijdt aan een lichte vorm van autisme, hetgeen tussen partijen vast staat, waardoor hij begeleiding behoeft. Volgens Innov-X wordt de functie van assistent boekhouder in de nieuwe organisatie belangrijk verzwaard en kan aan werknemer geen begeleiding meer worden geboden. Dat sprake is van een belangrijke verzwaring van de functie als deze door één persoon wordt uitgeoefend valt vooralsnog niet in te zien. De gestelde terugloop van de omzet zal immers ook een afname van boekhoudkundige werkzaamheden meebrengen. Voorts acht de kantonrechter van belang dat werknemer een bijzonder zwakke en kwetsbare positie op de arbeidsmarkt heeft. Ten slotte is van belang dat werknemer een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd heeft die per 9 juli 2010 eindigt en dat Innov-X voor werknemer een loondispensatie heeft van 40%, in verband waarmee zij aan salaris slechts € 720,97 bruto per maand exclusief vakantiegeld verschuldigd is. Het financiële belang van Innov-X bij beëindiging van de arbeidsovereenkomst met werknemer is derhalve beperkt, ook indien in aanmerking wordt genomen de eventuele vergoeding die Innov-X bij ontbinding van de arbeidsovereenkomst aan werknemer verschuldigd zou worden, bij de vaststelling waarvan rekening zou worden gehouden met het feit dat er sprake is van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd. Tussen partijen is niet in geschil dat werknemer steeds goed heeft gefunctioneerd zodat zijn functioneren geen belemmering voor voortzetting van de arbeidsovereenkomst kan worden geacht.

Volgt afwijzing verzoek werkgever.