Rechtspraak
Werkneemster is vanaf 1 april 2008 in dienst bij Wolters (taxibedrijf en koeriersdienst) in de functie van telefoniste. Voorafgaand aan haar indienststreding bij Wolters was werkneemster vanaf 1 februari 2002 werkzaam voor het vervoer in het kader van de Wet voorzieningen gehandicapten (WVG) -later: WMO (Wet maatschappelijke ondersteuning)- in de gemeente Leeuwarden, waarvoor Connexxion tot 1 april 2008 de houdster van de concessie was. Met ingang van 1 april 2008 wordt dit WMO-vervoer door Wolters uitgevoerd. Per 1 september 2008 heeft Wolters abrupt de roostertijden gewijzigd. Werkneemster heeft hiertegen bezwaar gemaakt. Op 3 oktober 2008 heeft werkneemster zich ziek gemeld. Wolters heeft de arbeidsongeschiktheid wegens ziekte betwist en het loon niet meer betaald. Op 16 oktober 2008 heeft Wolters werkneemster op staande voet ontslagen. Thans verzoekt Wolters voorwaardelijke ontbinding van de arbeidsovereenkomst wegens primair een dringende reden en subsidiair wegens veranderingen van de omstandigheden. Wolters stelt dat de dringende reden hierin is gelegen dat werkneemster in strijd met uitdrukkelijk verbod tijdens werktijd op de computer van de werkgever een kaartspel heeft gespeeld, zich niet conformeert aan de nieuwe dienstroosters alsmede een anonieme klachtbrief naar een van de grootste opdrachtgevers van Wolters heeft gestuurd.
De kantonrechter oordeelt als volgt. De primaire grondslag van het verzoek wordt afgewezen. Wel acht de kantonrechter sprake van een verstoorde arbeidsrelatie. Afweging van alle relevante feiten en omstandigheden, zoals hiervoor geschetst, leidt de kantonrechter tot het oordeel dat de ontbinding van de arbeidsverhouding Wolters te verwijten is in een zodanige mate dat de correctiefactor vastgesteld dient te worden op 1,5. Ten aanzien van het aantal dienstjaren waarmee in de vaststelling van de vergoeding rekening gehouden dient te worden, overweegt de kantonrechter als volgt. De kantonrechter is met werkneemster van oordeel dat haar aan haar dienstverband bij Wolters voorafgaande dienstverbanden vanaf 1 februari 2002 dienen te worden meegenomen in de berekening van de dienstjaren voor de toepassing van de kantonrechtersformule. Dit omdat werkneemster zich vanaf laatstgenoemde datum uitsluitend heeft bezig gehouden met het vervoer in het kader van de Wet voorzieningen gehandicapten (WVG) -later: WMO (Wet maatschappelijke ondersteuning)- in de gemeente Leeuwarden. Op grond hiervan is Wolters redelijkerwijze als de opvolgend werkgever te beschouwen. Dat er (mogelijk) formeel geen sprake is van de overgang van een onderneming doet hieraan niet af. Het aantal (gewogen) dienstjaren komt daarmee op 12. De toe te kennen vergoeding stelt de kantonrechter vast op een bedrag van (afgerond) € 21.000,00 bruto.