Naar boven ↑

Rechtspraak

De kantonrechter heeft bij beschikking van 22 december 2008 de arbeidsovereenkomst tussen werkneemster en werkgever tegen 29 december 2008 ontbonden onder toekenning van een door werkgever aan werkneemster te betalen vergoeding van € 27.500,00. Tegen deze beschikking heeft werkgever appel aangetekend. Thans vordert werkgever schorsing van de uitvoerbaar bij voorraad verklaarde beschikking van de kantonrechter.

Het hof oordeelt als volgt. Bij beschikking van 10 maart 2009 heeft het hof in die procedure het beroep verworpen (AR 2009-520), zodat de beschikking van 22 december 2008, met inbegrip van de uitvoerbaarverklaring bij voorraad, in stand blijft. Het schorsingsverzoek zal reeds hierom worden afgewezen. Het hof merkt nog op dat de door werkgever aangevoerde gronden voor schorsing, te weten dat de beschikking van de kantonrechter gebaseerd zou zijn op een juridische en feitelijke misslag dan wel dat er sprake zou zijn van misbruik van bevoegdheid van de zijde van werkneemster door over te gaan tot executie zich niet voordoen althans niet aannemelijk zijn geworden.

Volgt afwijzing schorsingsverzoek.