Naar boven ↑

Rechtspraak

Werkneemster is in dienst van Amoena Nederland. Op 1 september 2008 heeft Amoena Nederland heeft al haar ondernemingsactiviteiten, het personeel, de inventaris, voorraad, klantenkring overgedragen aan Amoena Belgium B.V.B.A. Werkneemster heeft op 18 september 2008 ontbinding van de arbeidsovereenkomst met Amoena Nederland verzocht onder toekenning van een vergoeding. Volgens Amoena Nederland is de arbeidsovereenkomst met werkneemster van rechtswege tot een einde gekomen in verband met de overgang van onderneming, zodat zij niet ontvankelijk moet worden verklaard in haar verzoek.

De kantonrechter oordeelt als volgt. In Amoena Nederland is geen enkele activiteit achtergebleven en sinds 1 september 2008 verricht Amoena Nederland in het geheel geen activiteiten meer. Dit brengt met zich dat de arbeidsovereenkomst van Amoena Nederland (of anders gezegd haar werkgeverschap - behoudens haar hoofdelijke aansprakelijkheid op grond van de tweede zin van artikel 7:663 BW - ter zake van de arbeidsovereenkomst met werkneemster) per 1 september 2008 is geƫindigd. Voorzover zulks uit de stellingen werknemer zou moeten worden afgeleid, kan het verzet/de weigerachtigheid van werkneemster om de arbeidsovereenkomst met de verkrijger van Amoena Nederland voort te zetten niet bewerkstelligen dat de arbeidsovereenkomst met Amoena Nederland in stand is gebleven (zie HvJ 5 mei 1988, NJ 1988/907, HvJ 16 december 1992, JAR 1993/64 en HvJ 7 maart 1996, JAR 1996/169). Volgens het Hof van Justitie verplicht de Richtlijn 77/187 daartoe niet, hetgeen volgens het Hof overigens onverlet laat dat de Lidstaten zelf een dergelijke regeling in het leven roepen. De Nederlandse wetgeving kent een dergelijke regeling evenwel niet. Het vorenstaande heeft tot gevolg dat werkneemster in haar verzoek jegens Amoena Nederland, ingediend op 18 september 2008 en derhalve na de overgang van onderneming, niet-ontvankelijk moet worden verklaard, alsmede dat - hetgeen overigens ook niet door werkneemster is verzocht - ontbinding van een arbeidsovereenkomst door de kantonrechter niet met terugwerkende kracht kan geschieden.

Volgt niet-ontvankelijkverklaring.