Naar boven ↑

Rechtspraak

Geen reflexwerking Bijlage B Ontslagbesluit bij ontbinding arbeidsovereenkomst

Werknemer is op 25 juni 2007 bij Louwes Uitzendorganisatie in dienst getreden. In de arbeidsovereenkomst is bepaald dat werknemer bij Teijin Twaron werkzaam zou zijn. Op 13 maart 2009 heeft Teijin Twaron de overeenkomst met Louwes opgezegd, wegens schending van artikel 8 WAADI en het stelselmatig overtreden van de arbeidstijdenwet. Louwes Uitzendorganisatie stelt dat de arbeidsovereenkomsten met haar werknemers moeten worden ontbonden, omdat het uitzendwerk is komen te vervallen nu het inleencontract door Teijin Twaron is opgezegd. Werknemer beroept zich op (de reflexwerking van) Bijlage B van het Ontslagbesluit. Louwes betwist dat sprake is van toepasselijkheid van deze bijlage. Voorts doet hij een 'habe nichts, habe wenig'-verweer.

De kantonrechter oordeelt als volgt. Dat bepalingen uit het Ontslagbesluit in ontbindingszaken reflexwerking kunnen hebben is duidelijk, maar naar het oordeel van de kantonrechter is dat in dit geval niet aan de orde. Het uitzendwerk van alle werknemers is immers komen te vervallen zodat anciƫnniteit in het geheel geen rol speelt. Net zomin als in het geval van 'gewone' arbeidsovereenkomsten, waarbij de arbeidsovereenkomsten met alle werknemers worden ontbonden, het anciƫnniteitsbeginsel van artikel 4.2 van het Ontslagbesluit aan de orde is, is er in dit geval reden voor toepassing van bijlage II. Het ontbindingsverzoek wordt derhalve toegewezen. Omdat Louwes evenwel in het verleden haar verplichtingen jegens werknemers (8 WAADI) heeft geschonden maar tevens heeft aangetoond niet bij machte te zijn een vergoeding toe te kennen (habe nichts-verweer), acht de kantonrechter een vergoeding van een maandsalaris billijk.