Rechtspraak
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 13 oktober 2009
ECLI:NL:GHARN:2009:BL6920
X Service Installatie Bureau BV/werknemer
Werknemer is op 20 februari 2006 in dienst getreden van X Service Installatie Bureau BV in de functie van allround elektromonteur voor de duur van zes maanden. De arbeidsovereenkomst is mondeling overeengekomen. Daarna heeft X Service een schriftelijk document opgesteld, dat door werknemer evenwel niet is ondertekend. Op 20 maart 2006 is met een beroep op de overeengekomen proeftijd de arbeidsovereenkomst onmiddellijk opgezegd. De kantonrechter heeft geoordeeld dat geen sprake is van een rechtsgeldig proeftijdbeding. Tegen dit oordeel keert X Service zich in hoger beroep.
Het hof oordeelt als volgt. X Service stelt zich op het standpunt dat voldoende is dat het proeftijdbeding op schrift is gesteld. Het beding hoeft niet ondertekend te zijn. In dat kader verwijst X Service naar de mogelijkheid van het opnemen van een proeftijdbeding in een cao. Een eenzijdige schriftelijke vastlegging zou derhalve moeten volstaan. X Service miskent daarbij echter dat in een dergelijk geval partijen dan wel uitdrukkelijk moeten zijn overeengekomen dat de cao van toepassing is op de arbeidsovereenkomst. Daarvan is niet gebleken. Maar afgezien daarvan geldt dat een eenzijdige schriftelijke vastlegging pas werking kan hebben als die de wederpartij heeft bereikt. Het hof is met de kantonrechter van oordeel dat dat niet is komen vast te staan. Uit de getuigenverklaringen blijkt weliswaar dat op enig moment een 'Contract voor bepaalde tijd' is opgesteld, maar niet gebleken is dat dit aan werknemer per post is verstuurd of is overhandigd. De conclusie is dat niet is voldaan aan het schriftelijkheidsvereiste als bedoeld in artikel 7:652 lid 2 BW.
Anders dan de kantonrechter is het hof van oordeel dat onregelmatige opzegging van een tijdelijke arbeidsovereenkomst zonder tussentijds opzegbeding, niet met zich brengt dat artikel 7:680 lid 5 BW toepassing mist. De gefixeerde schadevergoeding wordt derhalve gematigd.