Rechtspraak
IPSS/werknemer
Werknemer (30 jaar) is sinds 2007 bij IPSS in dienst getreden, laatstelijk als consultant. Op de arbeidsovereenkomst is een concurrentiebeding van toepassing. Op de arbeidsverhouding is tevens van toepassing de 'NBBU-CAO voor vaste medewerkers uitzendbureaus' (hierna: 'de cao'). In artikel 9 lid 6 cao wordt bepaald dat een concurrentiebeding in de regel pas mag worden opgenomen, indien sprake is van een of meer van de omstandigheden aldaar genoemd. Werknemer is met ingang van 9 november 2009 in dienst getreden bij de onderneming Maandag. IPSS stelt zich op standpunt dat werknemer meermalen het concurrentiebeding heeft overtreden en vordert boetes. Werknemer stelt zich onder meer op het standpunt dat het concurrentiebeding in strijd met de cao is en derhalve niet geldig.
De kantonrechter oordeelt als volgt. Anders dan werknemer stelt, voldoet het concurrentiebeding wel degelijk aan de eisen van de cao. Evenmin is er aanleiding het beding te vernietigen op grond van lid 2. Het belang van IPSS haar bedrijfsdebiet te beschermen, weegt in casu op tegen het belang van werknemer tegen betere arbeidsvoorwaarden in dienst te treden van Maandag. Daarbij acht de kantonrechter van belang dat zowel het functionele als geografische bereik beperkt zijn en werknemer degene is geweest die ontslag heeft genomen.
Het non-concurrentiebeding is geografisch beperkt tot een straal van 50 kilometer rondom de vestiging van IPSS te Wageningen. Die geografische straal strekt er – anders dan IPSS meent – niet toe dat werknemer in het geheel geen zakelijke activiteit in het op die manier bestreken gebied mag ontplooien. Het gaat erom, zo blijkt uit de bewoordingen van het beding, dat verboden is binnen die straal een soortgelijke functie uit te oefenen bij een soortgelijke werkgever en niet dat verboden is binnen die straal een soortgelijke functie uit te oefenen voor een soortgelijke werkgever. Indien het beding in die laatste zin zou moeten worden opgevat en voor het woord 'bij' in feite het woord 'voor' moet worden gelezen, betekent dat dat de geografische beperking, die op zich objectief en duidelijk is, onzeker wordt omdat dan ook werkzaamheden, verricht in dienst van soortgelijke werkgevers (of vestigingen daarvan) die niet gevestigd zijn binnen de bedongen straal van 50 kilometer onder het bereik van het non-concurrentiebeding zouden vallen. Die consequentie zal een werknemer niet snel doorzien. Een dergelijke uitleg werkt ook discussie en geschillen dienaangaande in de hand. Op grond van deze uitleg aan het concurrentiebeding, heeft werknemer het beding niet overtreden zodat de vorderingen van IPSS moeten worden afgewezen.