Naar boven ↑

Rechtspraak

Noord Nederlandsche P:I Club/werkneemster
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 21 december 2010
ECLI:NL:GHLEE:2010:BP1100

Noord Nederlandsche P:I Club/werkneemster

Verschuldigdheid loon bij situatieve arbeidsongeschiktheid

Werkneemster (35 jaar) is met ingang van 1 april 2006 voor bepaalde tijd in de functie van claimbehandelaar bij NNPC in dienst getreden. Op 26 november 2007 meldt werkneemster zich ziek. Nadat de bedrijfsarts heeft vastgesteld dat er geen medische beperkingen meer zijn de bedongen arbeid te verrichten, heeft NNPC werkneemster diverse malen voor gesprek uitgenodigd en verzocht haar werk te hervatten. Werkneemster heeft nergens op gereageerd. Op 27 december 2007 wordt werkneemster op staande voet ontslagen wegens werkverzuim. De arbeidsovereenkomst is per 1 april 2008 voorwaardelijk ontbonden. De voorzieningenrechter heeft vervolgens de loonvordering van werkneemster toegewezen. Tegen dit oordeel keert NNPC zich in hoger beroep.

Het hof oordeelt als volgt. Anders dan NNPC meent, acht het hof geen grond voor ontslag op staande voet aanwezig. Dat neemt niet weg dat werkneemster, door geen gehoor te geven aan de oproepen van NNPC om te komen praten, zich niet als goed werknemer heeft gedragen. Het enkele feit dat werkneemster op de berichtgeving van de bedrijfsarts inzake een voorstel tot exitmediation vertrouwde, is onvoldoende. Tot het moment waarop werkneemster zich expliciet bereid heeft verklaard de bedongen arbeid weer te verrichten (25 januari 2008) komt deze omstandigheid voor haar risico (art. 7:628 BW). Vanaf 25 januari 2008 is NNPC haar wel het loon verschuldigd.

Volgt gedeeltelijke vernietiging van het vonnis van de kantonrechter.