Naar boven ↑

Rechtspraak

Alpla Nederland Holding c.s./werknemer
Gerechtshof Amsterdam, 18 januari 2011
ECLI:NL:GHAMS:2011:BP0964

Alpla Nederland Holding c.s./werknemer

Geen rechtsverwerking door stilzitten bij niet toepassen cao-loonsverhogingen. Uitsluiting oproepvergoeding van B-factor in Sociaal Plan niet evident onbillijk

Werknemer was van 1995 tot 1 juli 2008 in dienst van Europlast. Naast zijn vaste salaris ontving werknemer maandelijks een oproepvergoeding voor het verrichten van beschikbaarheidsdiensten. In de schriftelijke arbeidsovereenkomst staat vermeld dat werknemer op basis van functiebeoordelingen in aanmerking komt voor loonsverhogingen en voor het overige de collectieve loonsverhogingen van de cao van Alpla Nederland B.V. zal worden gehanteerd. In verband met staking van de bedrijfsactiviteit heeft Europlast in samenspraak met de vakbonden een Sociaal Plan afgesloten. Dit Sociaal Plan is positief door de personeelsvertegenwoordiging – waarvan werknemer lid is – ontvangen. Krachtens dit Sociaal Plan is in de B-factor de oproepvergoeding uitgesloten. Werknemer heeft in eerste aanleg achterstallig loon wegens het niet toepassen van de periodieke loonsverhogingen gevorderd en zich op het standpunt gesteld dat het niet toepassen van de oproepvergoeding in de B-factor voor hem onbillijk is. De kantonrechter heeft de vorderingen – voor zover niet verjaard – toegewezen.

Het hof oordeelt als volgt. Het hof verwerpt het beroep van Europlast op artikel 6:89 BW. Artikel 6:89 BW is alleen van toepassing in geval van een gebrekkige prestatie, niet in geval van een niet-presteren. De stelling van werknemer is immers dat Europlast heeft nagelaten de cao-verhogingen door te voeren. De vordering van werknemer ziet aldus op de nagelaten nakoming van die verplichting en niet op het gebrekkig presteren. Hierin ligt ook het verschil met de zaak in het door Europlast genoemde arrest van het Hof Amsterdam van 21 april 2008 (LJN BK2230), waarin de werkgever, anders dan in deze zaak, ter zake van overuren wel vergoedingen aan de werknemer had voldaan, maar de correcte berekening daarvan in het geding was.

Anders dan de kantonrechter oordeelt het hof dat Europlast niet in strijd met de hardheidsclausule van het Sociaal Plan heeft gehandeld door aan werknemer geen vergoeding met B-factor inclusief oproepvergoeding toe te kennen. De door werknemer aangevoerde omstandigheden, te weten dertien jaar aanzienlijke oproepvergoedingen te hebben ontvangen, zijn onvoldoende om te kunnen spreken van een persoonlijk onbillijk resultaat.

Volgt gedeeltelijke vernietiging van het vonnis van de kantonrechter.