Rechtspraak
Rechtbank Noord-Nederland (Locatie Assen), 11 januari 2011
ECLI:NL:RBASS:2011:BP3828
werknemer/werkgever
Werknemer is in 1996 op basis van een indicatie op grond van de Wet sociale werkvoorziening (Wsw) bij werkgever in dienst getreden. Op de arbeidsovereenkomst is de Collectieve arbeidsovereenkomst voor de sociale werkvoorziening (hierna: cao) van toepassing. In artikel 25 cao staat een zogenoemde loongarantieregeling opgenomen, inhoudende dat een werknemer zijn loon behoudt indien hij in een lagere functie wordt geplaatst, tenzij sprake is van verwijtbaarheid of disfunctioneren. Vanaf 2006 bekleedde werknemer de functie van voorman A op de afdeling Kartonnage. Nadat werknemer meermalen op zijn te amicale en sociale gedrag als leidinggevende is aangesproken, is hij uiteindelijk uit zijn functie ontheven, nadat een aantal klachten jegens hem (onder meer het openbaren van vertrouwelijke informatie van werknemers aan derden, seksuele gedragingen op de werkvloer) was ingediend. Werkgever heeft werknemer in een lagere functie geplaatst (uiteindelijk als medewerker groenvoorziening). Werknemer vordert thans loon. Volgens hem is de ontheffing uit zijn functie als voorman A onterecht en heeft hij recht op loon volgens de garantieregeling.
De kantonrechter oordeelt als volgt. Beoordeeld moet worden of werkgever terecht heeft kunnen concluderen dat werknemer als voorman A disfunctioneerde en hem op grond daarvan heeft kunnen overplaatsen in een lager betaalde functie zonder de in artikel 25 van de cao neergelegde loongarantieregeling toe te passen. De kantonrechter stelt in de eerste plaats vast dat artikel 25 lid 2 b van de cao het disfunctioneren als zelfstandige grond noemt, naast verwijtbaar handelen. Dat betekent dat het disfunctioneren niet verwijtbaar hoeft te zijn. Uit de diverse onderzoeken die naar het gedrag van werknemer hebben plaatsgevonden, blijkt dat wel degelijk sprake is van disfunctioneren. Onder de omstandigheden van dit geval kan evenmin geoordeeld worden dat de werkgever in redelijkheid geen beroep op artikel 25 cao mocht doen. Volgt afwijzing van de vordering van werknemer.