werknemer/Imotec

Werknemer is in 1988 in dienst getreden van Bouwbedrijf Imotec BV (hierna: Imotec) in de functie van metselaar. Op 13 februari 2009 heeft werknemer zich ziek gemeld in verband met nekklachten, waarvoor werknemer op 15 maart 2009 is geopereerd. Op 25 februari 2009 heeft Imotec voor achttien werknemers een ontslagvergunning bij UWV WERKbedrijf aangevraagd wegens bedrijfseconomische redenen. Na verkregen toestemming is werknemer bij brief van 21 april 2009 ontslag aangezegd tegen 28 augustus 2009. De opzegtermijn is met inachtneming van de CAO voor de Bouwnijverheid verlengd tot de datum van arbeidsgeschiktheid. Eind oktober 2009 heeft Imotec werknemer een nieuwe arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd aangeboden, onder de voorwaarde dat werknemer zijn anciënniteit zou opgeven. Werknemer heeft dit aanbod geweigerd. De arbeidsovereenkomst is per 30 november 2009 geëindigd. Volgens werknemer is het ontslag kennelijk onredelijk. Primair stelt werknemer dat sprake is van een voorgewende of valse reden, subsidiair beroept werknemer zich op het gevolgencriterium.

De kantonrechter oordeelt als volgt. De stelling dat de opzegging van de arbeidsovereenkomst is geschied wegens een voorgewende of valse reden slaagt niet. Imotec heeft de bedrijfseconomische redenen voor de opzegging voldoende aannemelijk gemaakt. Dat werknemer eind oktober 2009 een nieuwe arbeidsovereenkomst is aangeboden, betekent niet dat opzegging van de arbeidsovereenkomst op 21 april 2009 geschiedde onder een valse of voorgewende reden. Ten aanzien van het gevolgencriterium overweegt de kantonrechter dat aannemelijk is dat de kansen van werknemer op de arbeidsmarkt niet al te hoog dienen te worden ingeschat, maar dat dit het ontslag niet kennelijk onredelijk maakt. Werknemer had de nadelige gevolgen van de opzegging grotendeels kunnen voorkomen door in te gaan op het aanbod van Imotec. Voor het geval de opzegging van de arbeidsovereenkomst per 30 november 2009 gelet op het gevolgencriterium zonder het aanbod van een volgende arbeidsovereenkomst kennelijk onredelijk was, is die kennelijke onredelijkheid weggenomen door het aanbod. Volgt afwijzing van de vordering.